Skip to main content

De kloof tussen wetenschap en geloof is maar enkele cm diep

Als je ervan uitgaat dat de wereld en de mens door God geschapen is, dan is wetenschap het vakgebied dat die schepping bestudeert en ons regels geeft over hoe we ermee kunnen omgaan. 
Maar zelfs als je dat niet gelooft, hoeven wetenschap en geloof niet echt gescheiden te zijn. Immers, denk je dat wetenschappers niet geloven? De meeste wetenschappers geloven wat hun collega’s hen vertellen, net zoals de meeste leerlingen op school geloven wat de leerkracht hen vertelt. Met alle zaken die we menen te weten of geloven, bouwen we in onze gedachten een paradigma of  wereldbeeld op. En dat geldt voor alle gelovigen, of je nu in de evolutietheorie gelooft of in de schepping. 
Van daaruit starten je gedachten, redeneringen en keuzes en dat  wordt de basis waarop je verwachtingen gaat bouwen.  Dat gaat goed totdat je op een onwaarheid stoot en je verwachtingen niet uitkomen. Op dat moment wankelt je wereldbeeld zoals je dat in je denken hebt opgebouwd.  Heb je iets verkeerd begrepen, of was je ergens misleid?

De enige oplossing  voor  je probleem is op zoek gaan naar de waarheid en je wereldbeeld bijstellen. 
Wie vanuit een technisch wetenschappelijke achtergrond eerlijk en grondig naar de schepping kijkt, komt volgens mij uit bij de Schepper, althans, zo ging dat bij mij als techneut.
Hoe kan het dat sommige mensen spreken van een kloof tussen wetenschap en geloof? Wel, de reden zit in je paradigma of wereldbeeld …
Zoals de titel zegt, is die kloof slechts enkele cm diep. Daarmee bedoelen we, als je de wetenschappelijke principes van een paar disciplines leert en goed begrijpt, dan is die kloof snel gedicht. Dus een paar cursussen - enkele cm dik - kunnen voldoende zijn.
We hadden het er al over: wetenschappers geloven ook en ze interpreteren de zaken die ze leren. En net zoals iedereen wel eens een vak heeft waarin hij of zij niet zo sterk in is, kan die zwakheid op een gegeven moment leiden tot een verkeerd element in je wereldbeeld. Je kan natuurlijk ook vertrouwen gehad hebben in de verkeerde uitleg en zo een fantasierijke weg zijn  ingeslagen. 
We proberen hier even de kloof te dichten door een aantal gangbare misverstanden toe te lichten. We beginnen met 7 punten die door evolutiebiologen op een andere wijze geïnterpreteerd worden dan door techneuten of hun collega- wetenschappers en specialisten van de discipline in kwestie.

1. Thermodynamica en entropie 🔬

In de fysica/chemie: de tweede hoofdwet van de thermodynamica wordt in de praktijk rigide toegepast → systemen gaan vanzelf van orde naar wanorde, tenzij er op een  intelligente wijze met toevoeging van energie  tegen die natuurlijke weg wordt ingegaan.
In de evolutiebiologie: men stelt dat complexe biologische systemen (DNA, eiwitten, celnetwerken) spontaan uit chaos konden ontstaan zonder doelgerichte input. Dat zou in de techniek of in andere takken van de wetenschap nooit als serieus model gelden.

Leer meer: Biologie en de tweede hoofdwet van de thermodynamica

2. Informatie en codering 🧩

In de informatica/ingenieurswetenschappen: informatie, codes en programma’s wijzen altijd op een intelligente bron.
In de biologie: het DNA wordt erkend als een informatiedrager met een eigen code, maar men wijst elke mogelijkheid van een intelligentie achter die code af. In andere vakken zou dit als onwetenschappelijk en onmogelijk worden gezien.

Leer meer: Informatie en intelligentie

3. Kansrekening en waarschijnlijkheid ⏳

In de wiskunde en statistiek: gebeurtenissen met een kans van bv. 1 op 1050 worden praktisch als onmogelijk beschouwd.
In de evolutiebiologie: scenario’s voor de oorsprong van leven bevatten kansen die vele ordes van grootte kleiner zijn (1 op 10200 of nog meer), maar men beschouwt ze toch als reëel omdat er “genoeg tijd” zou zijn. Maar ook de tijd is gelimiteerd…

Leer meer: Wanneer wordt toeval onmogelijk?

4. Bewijslast en fossielen 🦴

Zowel in de praktijk als in de exacte wetenschap en zelfs in de archeologie/geologie: bewijs moet concreet, reproduceerbaar en overtuigend zijn.
In de evolutiebiologie: “ontbrekende schakels” worden vaak gepresenteerd als bewijs, ook als ze later onvolledig of verkeerd geïnterpreteerd blijken. De positie van bepaalde fossielen (zoals Australopithecus, Homo habilis) is al vaak verplaatst in de stamboom.

5. Doelgerichtheid (teleologie) 🎯

In de ingenieurswetenschappen: doelgerichtheid in systemen is vanzelfsprekend → een machine of algoritme is ontworpen om iets uit te voeren.
In de evolutiebiologie: doelgerichtheid in biologische systemen (zoals ogen, immuunsysteem, DNA-reparatie) wordt stelselmatig ontkend of vermeden, terwijl de systemen zelf doelgericht functioneren.

6. Methodologie en naturalisme 🌌

In andere wetenschappen: men staat in principe open voor de beste verklaring, ook al wijst die naar iets buiten het huidige paradigma.
In de evolutiebiologie: er is een dogmatische regel dat alleen natuurlijke, materialistische verklaringen toegestaan zijn. Een bovennatuurlijke of intelligente oorzaak wordt op voorhand uitgesloten, zelfs al zou die de gegevens beter verklaren.

7. Reproduceerbaarheid van experimenten 🔍

In de natuurkunde/chemie: een theorie moet experimenteel toetsbaar en reproduceerbaar zijn.
In de evolutiebiologie: veel sleutelclaims (zoals de overgang van ene diersoort naar een andere, of het ontstaan van leven) zijn niet reproduceerbaar. Men baseert zich op historische interpretaties, niet op herhaalbare experimenten.

De kloof bestaat dus enkel uit interpretaties van evolutiebiologen die niet overeenkomen met de geldende wetenschap. Dit komt er eigenlijk op neer dat evolutiebiologen (en andere evolutionisten) een eigen geloof hebben ontwikkeld door wetenschappelijk bewezen zaken onnauwkeurig in te passen in hun wereldbeeld. 
De 7 bovengenoemde punten staan niet alleen. Ze worden, samen met anderen, verder uitgewerkt (zie per categorie bijgevoegde verwijzingen) zodat elke lezer de kloof  in zijn eigen wereldbeeld op een verantwoorde wijze kan dichten.

Wordt dit het begin van een paradigma-shift?

Wat is een paradigma?

Een ‘paradigma’ of ‘wereldbeeld’, het is een geheel van overtuigingen, aannames, methoden en voorbeelden dat bepaalt hoe we de werkelijkheid begrijpen.
In de wetenschap betekent dat:

  • welke vragen men stelt,
  • welke methoden men gebruikt,
  • wat men als “bewijs” aanvaardt,
  • en wat men als “waarheid” ziet.

Het is als de bril waardoor je naar de werkelijkheid kijkt, een denkkader. Zolang iedereen diezelfde bril draagt, lijkt dat de enige juiste manier om de wereld te zien en slechts een enkeling merkt op dat er iets lijkt verkeerd te gaan.

Wat is een paradigma-shift?

Een paradigmashift (of paradigmaverschuiving) is een fundamentele en algemene verandering in de manier waarop groepen mensen denken, waarnemen en verklaren wat er in de wereld gebeurt. Het gaat niet zomaar om nieuwe kennis of een beter idee — het is een verandering van het hele denkkader (het paradigma) waarbinnen die kennis betekenis krijgt,  een overgang van één denkraam naar een ander, waardoor de wereld zelf anders wordt geïnterpreteerd.
Deze term komt van Thomas Kuhn. In zijn invloedrijk boek The Structure of Scientific Revolutions (1962) beschrijft Kuhn dat de wetenschap niet gestaag groeit, maar af en toe radicaal omslaat.

Voorbeelden van paradigma-shifts

Oude paradigma

Nieuwe paradigma

Gevolg

De aarde is het centrum van het heelal

De zon is het centrum (Copernicus, Galileo)

Kosmologische revolutie

Ziekten komen door “slechte lucht” of zonden

Ziekten komen door micro-organismen (Pasteur, Koch)

Medische revolutie

Materie en energie zijn gescheiden

E = mc² — ze zijn uitwisselbaar (Einstein)

Relativiteitstheorie

Bewustzijn is alleen hersenactiviteit

Bewustzijn is mogelijk meer dan fysiek (nieuwe bewustzijnstheorieën)

Filosofisch / neurowetenschappelijk debat

Fossiele brandstof is oneindig bruikbaar

Duurzaamheid en energie-transitie

Ecologische revolutie

Het verloop van een paradigma-shift

Volgens Kuhn:

  1. Normale wetenschap: iedereen werkt binnen het bestaande paradigma.
  2. Anomalieën: er duiken steeds meer verschijnselen op die het paradigma niet goed kan verklaren.
  3. Crisis: het vertrouwen in het oude paradigma daalt.
  4. Revolutie: een nieuw paradigma dat alles beter verklaart, wordt voorgesteld.
  5. Nieuwe normaliteit: het nieuwe paradigma wordt algemeen aanvaard — totdat het zelf weer onder druk komt te staan.

In het bovengenoemde boek toont Kuhn aan dat wetenschap niet gestaag vooruit gaat, maar in sprongen; het is de de paradigma-shift die deze sprongen veroorzaakt.   

Een tweesnijdend zwaard

Het grote probleem is dat niet enkel wetenschappers hun denken hoeven bij te stellen, dit geldt net zo voor gelovigen. Paulus zegt het zo:
Efe 5:25-27 Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet.
In dit vers lees je dat Paulus mannen adviseert om hun vrouw lief te hebben en te heiligen door de reinigende werking (het waterbad) van het woord, naar het voorbeeld van Christus. Het feit dat wij  gereinigd kunnen worden door het Woord (dus de Bijbel) betekent dat dit de hoogste autoriteit moet zijn in je leven. Dat wil zeggen dat - als je daaraan twijfelt - je aan God twijfelt.  Als dit het probleem is vanwege een uitspraak van de wetenschap, is het voor de gelovige christen beter om te twijfelen aan de wetenschappelijke uitspraak. De ervaring leert dat die nadien wel bijgesteld wordt (voor specifieke vragen hieromtrent kan je altijd op onze website terecht).
Het is inderdaad zo dat wij in het westen veel voordeel hebben van de vooruitgang van de wetenschap.  Wie onbevangen de media volgt, ziet de wetenschap mogelijk als een homogeen apparaat dat kennis produceert. Maar lang niet alle wetenschappers zijn akkoord met de stellingen die de media inneemt. Denk maar aan de overvloed aan verkondigingen over evolutie in natuurfilms. Het feit dat er een groeiende groep academische wetenschappers is die zich openbaar afzet tegen deze vorm van geloof, moet een mens aan het denken zetten.
De evolutiegedachte is een zeer grote leugen met veel impact in de menselijke geschiedenis. In wezen steelt ze de eer van God waar het gaat over de grootheid van de schepping. Het majestueuze werk van God wordt afgedaan als toeval. Kan je God nog erger krenken ….? Het is niet voor niets dat er in het boek Openbaring melding wordt gemaakt van een engel die het tegengestelde proclameert:
Opb 14:6-7 En ik zag een andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had een eeuwig evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie; en hij zeide met luider stem: Vreest God en geeft Hem eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem, die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.
Er wordt in het boek Openbaring slechts van 3 zo’n engelen melding gemaakt.
De engel die het eeuwige evangelie bekend maakt, de engel die de val van Babylon aankondigt en de engel die aankondigt dat je het beest  niet mag aanbidden door zijn merkteken op je voorhoofd of hand te laten zetten.
Dit geeft  zonder meer de ernst van de zaak aan.
Voor ons gelovigen, die de wederkomst van Christus verwachten, is het zaak om onze schouders te zetten onder het vernietigen van de evolutieleugen; het is een van de grootste vijanden die onder de voeten van Christus moeten komen. En dan is het interessant dat Paulus het volgende schrijft:
Ro 16:19-20 Want uw gehoorzaamheid is bij allen bekend geworden. Over u verblijd ik mij dus, doch ik wil, dat gij niet alleen wijs zijt tot het goede, maar ook onbesmet van het kwade. De God nu des vredes zal weldra de satan onder uw voeten vertreden. De genade van onze Here Jezus zij met u!
Betekent dit dat de gelovigen, die het lichaam van Christus zijn (uitvoerende macht- in opdracht), de vijanden van Christus zullen overwinnen?! Jezus zelf argumenteerde tegen de Farizeeën:
Mt 22:44 De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten gelegd heb.
Hij citeerde hiermee psalm 110:
Ps 110:1 Van David. Een psalm. Aldus luidt het woord des HEREN tot mijn Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten.
Het mag tot ons, gelovigen, doordringen dat God de vijanden van Jezus onder onze voeten vertreedt. 
De eer van de schepping behoort God zonder meer en de uiting van vijandschap tegen God, onder het mom van evolutie, is een zeer grote vijand die onder de voeten van Jezus moet liggen voor Hij terugkomt. 

 

Heb jij de paradigma-shift al gemaakt?

Hebben we zelf al het gedachtengoed van de evolutietheorie volledig achter ons gelaten? Kunnen wij ons verantwoorden als afstammelingen van Adam, geschapen door God. Of staan we met onze mond vol tanden waneer ons om verantwoording wordt gevraagd? 
Christenen zijn zo mogelijk nog trager in het maken van een paradigma-shift dan wetenschappers: Thomas Kuhn stelt dat in de wetenschap in normale omstandigheden de shift pas gebeurt  bij een nieuwe generatie wetenschappers, die zich de vernieuwende feiten van jongs af hebben eigen gemaakt. 
Tot onze beschaming moeten we zien dat het in de gelovige gemeenschap veel trager gaat.  In 1936 schreef J. P. Wiseman een boek: “New Discoveries in Babylonia about Genesis”. Daarin maakt hij duidelijke dat het boek Genesis waarschijnlijk uit kleitabletten is samengesteld. Het eerste kleitablet werd door God geschreven, voor Adam en Eva: het is Gen 1:1 tot 2:4a, dan volgt het kleitablet van Adam dat hij schreef tussen de geboorte van zijn kleinzoon Enos en diens eerste zoon Kenan. (235 - 325 AD  volgens NBG). Op die manier is Genesis samengesteld uit 12 geschriften naar het voorbeeld van het eerste geschrift van Gods hand.  Het zijn familiegeschiedenissen, geschreven door de vader voor zijn nakomelingen (eindigt ook steeds met een toledot). 
We zijn nu 90 jaar verder en deze waardevolle informatie is maar bij enkelingen bekend. Het zet nl. het algemeen aanvaarde idee dat Mozes Genesis schreef op z’n kop en het worden dan 77 boeken i.p.v. 66.

De steen van Rosetta vormt een gelijkaardig probleem. De Steen van Rosetta is een van de beroemdste archeologische vondsten ter wereld — niet zozeer door zijn uiterlijk, maar omdat hij de sleutel vormde tot het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Hij werd ontdekt in 1799 door Franse soldaten van Napoleon’s expeditieleger bij het stadje Rosetta (Rashid) in de Nijldelta. De tekst is een koninklijk decreet van Ptolemaeus V Epifanes uit 196 v.Chr.
Jean-François Champollion (1790–1832) is de sleutelpersoon in het ontcijferen van de Steen van Rosetta en daarmee van het hiërogliefenschrift. In 1822 ontdekte Champollion dat de hiërogliefen geluidswaarden hadden die overeenkwamen met Koptische woorden. Het ontcijferen van de hiërogliefen door Jean-François Champollion was geen snelle ingeving, maar het resultaat van meer dan 20 jaar intensief werk en voorbereiding.

Nadat Champollion de hiërogliefen ontcijferde (vanaf 1822), bleek plots dat talloze oude Egyptische teksten indirect of direct Bijbelse gegevens bevestigden. Niet als “geloofsbewijs”, maar als historische bevestiging van volkeren, gebeurtenissen, namen en cultuur die in de Bijbel worden genoemd. We geven een kort overzicht van concreet historisch tot spiritueel interessant.

  • 🏺 1. De aanwezigheid van Semitische (Hebreeuwse) volkeren in Egypte

Bijbelse context: het boek Genesis en Exodus vermelden dat de Israëlieten langere tijd in Egypte verbleven.
Hiërogliefisch bewijs:
In Egyptische inscripties uit de 19e en 18e eeuw v. Chr. komen verwijzingen voor naar Aziatische of Semitische slaven, vaak genoemd als ʿApiru of Habiru — verwant aan het woord Hebreeër.
Teksten uit o.a. de tijd van Sesoostris III en Ramses II noemen Semitische werklieden bij bouwprojecten in de Nijldelta — overeenkomend met de Bijbelse beschrijving van Israël als dwangarbeiders in Egypte.

  • 🧱 2. De bouw van de ‘voorraadsteden’ Pithom en Raämses

Bijbelse context: “Daarom stelde men opzichters aan om hen te dwingen tot harde arbeid, om voor Farao voorraadsteden te bouwen: Pithom en Raämses.” (Exodus 1:11)
Hiërogliefisch bewijs:
In Egyptische bronnen wordt een stad genoemd als Pi-Rameses (Betekent letterlijk: Huis van Ramses), gebouwd door Ramses II (ca. 1279–1213 v.Chr.).
Archeologisch is deze stad in de Nijldelta teruggevonden. De naam en tijd passen opvallend bij het Bijbelse verslag.
Een andere stad, Per-Atum (Pithom), komt voor in inscripties uit de 26e dynastie. De naam betekent letterlijk Huis van de god Atum.
💡 Beide namen — Pithom en Raämses — komen ook in hiërogliefen voor.

  • ⚖️ 3. Egyptische verwijzingen naar hongersnoden

Bijbelse context: Jozefs interpretatie van de dromen van Farao (Genesis 41) — zeven jaren van overvloed gevolgd door zeven jaren van hongersnood.
Hiërogliefisch bewijs:
Op het zogenaamde Hongersnood-stèle (Sehel-eiland, nabij Aswan) uit de tijd van Ptolemaeus V (ca. 200 v.Chr.) wordt verwezen naar een zevenjarige hongersnood ten tijde van farao Djoser (3e dynastie). De tekst noemt ook de wijze Imhotep, Djosers raadgever — die enigszins doet denken aan Jozef in zijn rol. Hoewel deze tekst later is en deels legendarisch, toont ze dat het motief van een zevenjarige hongersnood diep in de Egyptische traditie aanwezig was.

  • 🪶 4. De gewoonte van het balsemen en de dodenverering

Bijbelse context: Genesis 50:2 vermeldt dat Jozef zijn vader Jakob liet balsemen door Egyptische artsen. Hiërogliefisch bewijs: honderden inscripties en papyri beschrijven exact dat proces:

  • het gebruik van natronzout, hars, en linnen windsels,
  • de priesterlijke rituelen rond de mummificatie,
  • en de verwijzing naar “de ziel die naar de hemel opstijgt”.

De Bijbelse beschrijving sluit opvallend goed aan bij deze authentieke Egyptische praktijken.

  • 👑 5. De titel ‘Farao’

Bijbelse context: vanaf Genesis en vooral in Exodus wordt de koning van Egypte “Farao” genoemd. Hiërogliefisch bewijs: het woord Per-aa (𓉐𓂋𓄿) betekent letterlijk “Groot Huis” en werd vanaf de 18e dynastie (vanaf ca. 1400 v.Chr.) als titel van de koning gebruikt — precies in de tijd dat de Bijbelse verhalen zich afspelen.

  • ⚔️ 6. De Merneptah-stèle – oudste vermelding van ‘Israël’

De Merneptah-stèle (ca. 1208 v.Chr.), geschreven in hiërogliefen door farao Merneptah, zoon van Ramses II, vermeldt:
“Israël is verwoest, zijn zaad is niet meer.” (Vertaling uit het Egyptisch: Ysrir of Yisra’el)
📜 Dit is de oudste niet-Bijbelse vermelding van Israël ooit gevonden — en ze staat in hiërogliefen. Dat bevestigt dat er tegen het einde van de 13e eeuw v.Chr. een volk ‘Israël’ bestond in Kanaän.

  • 🕊️ 7. Religieuze parallellen en contrasten

Hiërogliefische teksten (zoals de Dodenboeken, Pyramideteksten, Coffin Texts) tonen:

  • geloof in een schepper God,
  • een oordeel na de dood,
  • nadruk op gerechtigheid (Ma’at).

Hoewel theologisch verschillend, vertonen ze frappante parallellen met Bijbelse thema’s zoals oordeel, rechtvaardigheid en eeuwig leven — maar zonder de persoonlijke, heilige God van Israël. De meeste van de “Bijbel-bevestigende” inscripties en vondsten kwamen pas na de ontcijfering van de hiërogliefen door Champollion (1822) langzaam aan het licht.

Opmerking: De Vlaamse geschiedkundige Robert de Telder schreef verschillende boeken over het verband tussen Egypte en de Bijbel. Één van zijn verdiensten is dat hij de Egyptische  koningslijsten heeft herschikt a.h.v. archeologische vondsten waardoor ze opmerkelijk overeen komen met de Bijbelse tijdslijn.  Farao Djoser (3e dynastie) zou de farao geweest zijn onder wie Jozef regeerde. Zijn raadgever  Imhotep aanziet de Telder als Jozef, die mogelijk de architect was van de piramide van Djoser.  Zie zijn boeken: 

 

🕰️ Tijdlijn van ontdekkingen die Bijbelse gegevens bevestigen of aanvullen

Periode

Ontdekking / ontwikkeling

Betekenis voor Bijbelhistorie

1799

Ontdekking van de Steen van Rosetta bij Rosetta (Egypte)

Startpunt van alles: de sleutel om hiërogliefen te leren lezen.

1822

Champollion ontcijfert de hiërogliefen

Voor het eerst na 1500 jaar konden Egyptische teksten weer gelezen worden.

1820–1850

Vertalingen van grafinscripties, koningslijsten (zoals van Abydos en Saqqara)

Bevestiging van veel faraonennamen en titels, zoals Per-aa (Farao).

1850–1880

Ontdekking van Pi-Rameses (Raämses) en Pithom in de Nijldelta

Plaatsnamen uit Exodus blijken echt te bestaan en overeen te komen met de Egyptische taal.

1858

Publicatie van de Hongersnood-stèle (gevonden bij Aswan)

Bevestigt het oude Egyptische motief van een “zevenjarige hongersnood”.

1886

Merneptah-stèle gevonden door Flinders Petrie in Thebe

Eerste niet-Bijbelse vermelding van “Israël” (ca. 1208 v.Chr.).

1900–1930

Onderzoek naar Aziatische slaven (ʿApiru) in Egyptische teksten

Toont dat Semitische volken (mogelijk Hebreeën) aanwezig waren in Egypte.

20e eeuw

Archeologische bevestiging van mummificatiepraktijken en grafrituelen

Sluit nauw aan bij Bijbelse beschrijvingen van balseming (Jakob en Jozef).

21e eeuw

Nieuwe vertalingen en digitale reconstructies van hiërogliefische teksten

Bieden meer context over Egyptische religie, politiek en hun interactie met Kanaän.

🧩 Samenvattend in periodes

  • Vóór 1822 → men kon hiërogliefen niet lezen; Egypte was mysterieus.
  • 1822–1850 → Champollion en opvolgers vertaalden de eerste koninklijke inscripties.
  • 1850–1900 → grote archeologische ontdekkingen (steden, stèles, papyri).
  • 1900–heden → steeds meer bevestiging en nuance van Bijbelse context, via taalkunde en archeologie.

👉 Kortom: de meeste concrete bevestigingen dateren uit de tweede helft van de 19e eeuw en later. Hier zien we een tijdsslot van 150 jaar voor zaken die de Bijbel bevestigen en die amper genoemd worden in de christelijke wereld. 

Besluit

 De kloof tussen Bijbel en wetenschap is er vooral door onwetendheid.  Het vereist inderdaad wat verstandelijke inspanning om bepaalde zaken uit te zoeken en consequent door te geven aan een volgende generatie en aan onwetenden. Maar als gelovigen maken we daar een grote fout:  we nemen niet de moeite om wetenschappelijke feiten die de geschiedkundige waarde van de Bijbel bewijst, te leren en door te geven aan onze omgeving.  En dan kunnen we ons de vraag stellen: is het niet goed om te kunnen getuigen van je afkomst of je geloof?
Laten we ons daarom niet enkel wassen met het waterbad van het woord, maar ook met de bewijzen die door wetenschappers worden gevonden. We mogen deze parels niet voor de zwijnen gooien; we moeten ze koesteren want ze zijn niet enkel van belang om ons verleden te bewijzen, ze zijn ook een bewijs dat de Bijbel ook op geschiedkundig vlak steek houdt.
Voor de kloof tussen wetenschap en geloof, moeten we dus in de eerste plaats naar onze eigen houding kijken: we mogen de geschiedkundige bewijzen niet laten vallen, de geven de Bijbel meer authoriteit. 
Jes 55:2-3 Waarom weegt gij geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, opdat gij het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige. Neigt uw oor en komt tot Mij; hoort, opdat uw ziel leve; Ik zal met u een eeuwig verbond sluiten: de betrouwbare genadebewijzen van David.