Skip to main content

De term homologie is afgeleid van het Grieks en betekent "overeenstemming". Homologie is de studie van de overeenstemmingen tussen verschillende soorten. Zoals reeds vermeld is het erg moeilijk om dingen in vakjes onder te brengen. Men kan inderdaad dieren indelen in zoogdieren en... koud- of warmbloedige dieren, vogels, vissen … maar dan beginnen de problemen...

Het blijkt dat er op verschillende plaatsen (geologisch en fysisch) een formidabele overeenstemming is waar dit volgens de evolutietheorie niet verwacht zou worden. Homologisch gezien is een goed en duidelijk, echter ook door evolutie verklaarbaar voorbeeld het volgende: de arm van een mens, de voorpoot van een kikker, de voorvin van een walvis, de vleugel van een vogel en de vleugel van een vleermuis. Al deze ledematen bezitten eenzelfde patroon van beenderen, spieren en bloedvaten. Volgens de evolutietheorie is dit normaal want al deze dieren hadden een gemeenschappelijke voorouder die het prototype van "ledemaat" bezat. Zodoende hebben zijn afstammelingen dit lid aangepast volgens "hun wensen".

Wanneer het orgaan in kwestie slechts voorkomt bij enkele soorten die zeer ver van elkaar gescheiden zijn, en waar bij de andere, nauwer verwante soorten helemaal geen spoor van het orgaan of de overeenkomst in kwestie is te bespeuren, is er voor de evolutietheorie een extra probleem bijgekomen. De oplossing die er hiervoor werd bedacht is "convergente evolutie". Het is ondertussen een algemeen geaccepteerd fenomeen in de evolutietheorie, omdat er zo veel voorbeelden van te vinden zijn.

Wanneer het wiskundig (statistisch) al meer dan voldoende duidelijk is dat gewone evolutie een onmogelijke zaak is, komt er in het geval van convergente evolutie nog bij dat dezelfde oplossing verschillende malen werd "geselecteerd" door de natuur.

Voor de voorstanders van intelligent design is dit natuurlijk helemaal geen probleem. Wat op een ingenieursbureau werd ontwikkeld als een oplossing voor een bepaald deel van een probleem, wordt prompt uit de kast gehaald wanneer dit te pas komt om datzelfde probleem op te lossen in een andere situatie. Een voorbeeld hiervan is een koelwater circuit. Waar warmte moet overgedragen worden van de ene plaats naar een andere, gebruikt men dikwijls water als medium om de warmte te transporteren. Door het warme water te pompen naar waar warmte nodig is of kan afgevoerd worden, wordt de warmtebron gekoeld. Zulk een systeem vind je in je huis als een CV, in je wagen als het koelcircuit voor de verbrandingsmotor, in een kerncentrale om de overtollige warmte naar de koeltorens af te voeren, in je zonneboiler om de zonnewarmte van buiten naar je warmwaterboiler te brengen: kortom overal waar ingenieurs deze technologie kunnen gebruiken.

Enkele voorbeelden van de zogenaamde convergente evolutie in de natuur: