Skip to main content

Ontstaan van aardlagen

In les 1 spraken we van een verdachte lijmende emulsie die de evolutietheorie samen houdt. Dit is het uniformalisme (of actualisme in sommige Nederlandse literatuur), een axioma dat er van uit gaat dat de processen die heden ten dage zichtbaar zijn, gedurende de hele geschiedenis op dezelfde wijze en met gelijke parameters zijn opgetreden.

Erosie

Een voorbeeld hiervan is het erosieproces. Erosie zou gedurende de ganse geschiedenis op eenzelfde tempo hebben plaatsgevonden. De vraag is natuurlijk: Geldt dit voor alle processen? Laten we even een ander proces bekijken: het uitspoelen van een zout in een aardlaag. Indien het water steeds met hetzelfde tempo door de aardlaag gaat, zal, naarmate de tijd verstrekt, er minder zout weggespoeld worden, simpelweg omdat er steeds minder zout aanwezig is. Je kan dit vergelijken met een met verf verontreinigde spons die onder de waterkraan ligt. In het begin spoelt er veel verf weg, na een tijdje zie je duidelijk een vermindering van de kleurstof in het spoelwater en na een lange tijd zie je geen verf meer.

Parameters

De vraag rijst dus: welke processen zijn aan de tijd gebonden en welke niet? Maar er is nog meer: zijn alle parameters inderdaad wel gelijk aan de huidige omstandigheden? In de gevolgen van de vulkaanuitbarsting van Mount St Helens in 1980 heeft men canyons zien ontstaan in enkele uren tijd. Een modderlawine bijvoorbeeld, erodeerde een 40 m diepe canyon in een gelaagde sedimentaire afzetting van enkele weken oud, die pas later versteende. Nadat de verstening een feit is, zal deze canyon nog verder eroderen, maar de erosiesnelheid zal enorm veel lager liggen.

Grand Canyon

Wie over de Grand Canyon leest, of hem bezoekt, zal te kennen gegeven worden dat de 1,5 km diepe kloof het resultaat is van miljoenen jaren erosie. Maar die miljoenen jaren zijn het resultaat van een extrapolatie van de huidige erosie gegevens. Indien men de diepte van de canyon van Mount St Helens zet naast deze van de Grand Canyon, dan komen we uit op een schaal van ongeveer 1/40. Dus een catastrofe die 40x groter is dan de ‘simpele’ vulkaanuitbarsting van Mount St Helens, kan de Grand Canyon tot stand hebben gebracht, en dit misschien binnen een tijdsbestek van enkele maanden. Bij Creabel zien we als oorzaak van deze catastrofe de zondvloed, die mogelijk in gang werd gezet door het onstabiel worden van de aardlagen. De aarde was toen ongeveer 1500 jaar oud.

Besluit

Het axioma waarvan evolutionisten uitgaan, dat alle processen nu nog altijd op dezelfde manier verlopen dan in het begin van de aardgeschiedenis, is om bovengenoemde redenen een zeer zwak argument. Waarnemingen bevestigen dit axioma in het geheel niet!