Skip to main content

Scheppen of maken?

Het zal u misschien verbazen, maar in het eerste kleitablet van Genesis, dat waarschijnlijk door God zelf is geschreven, wordt maar 4 keer het woord scheppen vermeld! Slechts drie maal had God het nodig om iets bovennatuurlijks te doen.  Op die basis kon Hij verder door de ‘tools’ te gebruiken die Hij eerder geschapen had. Op zich is dit niet speciaal: ieder mens die iets maakt, zorgt eerst voor het juiste gereedschap. Goed gereedschap is immers het halve werk!

De vierde keer dat het woord ‘scheppen’ gebruikt wordt, staat bij de samenvattende zin net voor de afsluiting van de tekst.

Wat zegt het kleitablet van God?

Ge 1:1  In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

Ge 1:21  Toen schiep God de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens, waarvan de wateren wemelen, naar hun aard, en allerlei gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.

Ge 1:27  En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.

Ge 2:3  En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht.

Dit zijn de zinnen waar het Hebreeuwse woord ‘bara’ ( ‘Scheppen’  - Strong <01254>) in voorkomt.

Het is niet verwonderlijk dat God begon met iets te scheppen (scheppen: iets voortbrengen uit het niets). Met deze eerste scheppingsdaad kon God 4 dagen verder voor Hij terug zijn bovennatuurlijke kracht nodig had. Al wat Hij tussenin deed, kon gebeuren door het juist toepassen van de kersverse natuurwetten. Dat is bijna gelijk aan hoe wij, mensen, iets maken. Wij zijn afhankelijk van het toepassen van natuurwetten bij alles wat we doen. Meestal gebeurt dat niet heel bewust, en nog veel meer hebben we eigenlijk geen idee welke natuurwetten er in werking zijn bij wat we doen. God echter heeft zijn natuurwetten volledig benut in de eerste week van deze wereld.

De reikwijdte van het scheppingsonderzoek

De scheppingstheorie die hier volgt, is daarom geen aaneenschakeling van wonderen. We trachten onze theorie zo goed mogelijk te volgen, en zien of ze past in de huidige natuurwetten.  We willen ons niet laten verleiden tot de gemakkelijke oplossing in de aard van: “Dat heeft God zo gemaakt! Dus verder onderzoek is niet meer nodig!”

Wat wij wel trachten is op het spoor te komen van onze Schepper en daaruit te leren. Wij willen graag weten hoe Hij alles gemaakt heeft en welke natuurwetten daarbij in het spel waren. Als mensen hebben wij daarvoor enige verantwoordelijkheid. God draagt ons op om over de schepping te heersen. Willen we dat op een goede manier doen, dan moeten we begrijpen hoe ze werkt en hiervoor is het goed te begrijpen hoe God alles gemaakt heeft.

Ge 1:28  En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.

 

In het volgende hoofdstuk dompelen we ons volop onder in de fysica!