Skip to main content

Wanneer wordt toeval onmogelijk?

Dat is een heel boeiende vraag, en het hangt er een beetje vanaf wat je bedoelt met "toeval" en in welke context je het plaatst. We bespreken enkele invalshoeken.

Wiskunde en kansrekening

Toeval is daar altijd mogelijk zolang er meerdere uitkomsten bestaan. Maar: als de kans op een bepaalde uitkomst astronomisch klein wordt (bijvoorbeeld 1 kans op 1050), spreken mensen soms van “praktisch onmogelijk", ook al is het theoretisch nog steeds mogelijk.
Voorbeeld: het spontaan door elkaar gooien van letters en exact Shakespeare’s Hamlet krijgen. Kans ≈ 0, maar niet strikt 0.
Borel’s wet 
De Franse wiskundige Émile Borel stelde: een kans kleiner dan 1 op 1050 kan in de fysische werkelijkheid als “onmogelijk” worden beschouwd, omdat er niet genoeg atomen/interacties in het universum zijn om zoiets ooit te laten gebeuren.

Statistiek 

In de waarschijnlijkheidsleer zegt men eigenlijk nooit dat iets volledig onmogelijk is, tenzij de kans exact 0 is. Maar in de praktijk gebruikt men drempelwaarden waarbij men een gebeurtenis als “verwaarloosbaar klein” of “praktisch onmogelijk” beschouwt.

Wetenschappelijk onderzoek

Natuur van toeval: waarschijnlijkheid dat een waarneming door puur toeval verklaard wordt.
Norm: meestal de p-waarde.
p < 0,05 → statistisch significant (minder dan 5% kans dat resultaat toeval is).
p < 0,01 of p < 0,001 → nog sterker bewijs.
Dus in onderzoek is toeval "onwaarschijnlijk" als de kans kleiner dan 5% is, maar dit is slechts een conventie.

Natuurwetten

Toeval in de zin van willekeurige processen (zoals radioactief verval of thermische beweging van moleculen) kan nooit volledig uitgesloten worden. Maar als de voorwaarden in de natuur het proces onmogelijk maken, is er geen toeval meer.
Voorbeeld: water kookt nooit bij -50 °C en normale luchtdruk, ongeacht hoeveel “toevallige” molecuultrillingen er zijn.
Daar is de natuurwet de grens, en dus is “toeval onmogelijk”.

Informatie en complexiteit

Hier komt het dicht bij Werner Gitt en zijn boek “An Amfag war die Information” .
Als een gebeurtenis zoveel gestructureerde keuzes vereist dat de kans praktisch nul is, spreken veel wetenschappers van "onmogelijk door toeval".
Voorbeeld: het toevallig ontstaan van een functionerende code (zoals DNA + het complete aflees- en vertaalapparaat).
Theoretisch niet 0, maar praktisch “boven-astronomisch” klein.

Filosofisch en theologisch

Sommigen stellen dat "toeval" eigenlijk nooit écht bestaat, omdat alles ingebed is in oorzaak-gevolg of in een hoger plan.
In die visie wordt “toeval onmogelijk” zodra men inziet dat elke gebeurtenis oorzakelijk bepaald of gepland is.

👉 Samengevat:

  • Wiskundig: nooit onmogelijk, maar soms praktisch nul.
  • Statistiek: p < 0,05 → niet meer "toeval".
  • Natuurkundig: onmogelijk zodra natuurwetten het verbieden.
  • Complexiteit/informatie: onmogelijk zodra de vereiste orde de kans boven-astronomisch klein maakt.
  • Filosofisch: toeval bestaat eigenlijk niet.

 

Is er een absolute grens voor toeval?

Met de bovenstaande informatie, zien we dat er per vakgebied toch wel afwijkende normen zijn. 
Wanneer kunnen we nu met zekerheid zeggen dt iets niet kan gebeuren? 
Laten we de grenzen van tijd en materie even opzoeken.

Hoeveel tijd is er beschikbaar?

Volgens de evolutietheorie.
Volgens de huidige wetenschappelijke inzichten (meting o.a. door de Planck-satelliet) is het heelal:
Leeftijd: ongeveer 13,8 miljard jaar
In andere eenheden:
In jaren: 13,8 × 10⁹ jaar
In dagen: ~5,04 × 10¹² dagen
In uren: ~1,21 × 1014uur
In minuten: ~7,26 × 1015 minuten
In seconden: ~4,35 × 1017 seconden
Dus volgens bovenstaande schatting is het het heelal ongeveer 4,35 × 1017 of 435.000.000.000.000.000 seconden oud

Hoeveel atomen zijn er in het waarneembare heelal?

Ruwe schatting: ongeveer 10⁸⁰ atomen (orde van grootte).
Korte toelichting: hoe komt men daartoe?
Dit geldt voor het waarneembare heelal (het deel waarvan licht ons ooit heeft bereikt).
De schatting gaat grofweg zo: men bepaalt de massa aan gewone (baryonische) materie in het waarneembare heelal (orde 1053g), en deelt die door de massa van een gemiddeld atoom (ongeveer die van waterstof ≈ 1,67×10⁻27 kg).
Dat levert een antwoord van orde 10⁷⁹tot 1081, meestal afgerond op ~10⁸⁰ atomen.
Let op: dit cijfer omvat geen donkere materie of donkere energie — alleen de “gewone” atomaire materie.

Wat betekenen deze getallen?

De wetenschappelijke notatie voor de ouderdom van het heelal in seconden is:
4,35 × 1017
Wanneer we het getal voluit schrijven is dat:
435.000.000.000.000.000
De factor 1017 toont ons het aantal cijfers dat op het getal voor de komma volgt, in dit geval 17.
Voor het aantal atomen in het heelal zijn er dat 80.
Wanneer nu gedurende al de tijd dat het heelal zou bestaan hebben, elk atoom elke seconde een poging zou gedaan hebben om een combinatie te vormen, dan zouden er gedurende die 13,8 miljard jaar, (4,35 × 1017 seconden) x 10⁸⁰ pogingen 4,35 × 1098 pogingen kunnen uitgevoerd zijn. 
Voor het gemak ronden we dit getal af naar boven: 10100 dus een getal met 100 cijfers. 
Zou er bij die exponent 1 bijkomen, dan wordt het getal 1 cijfer langer en dat wil zeggen dat je dan gedurende dezelfde tijd 10 keer zoveel heelallen zou nodig hebben. 
Bij 6 cijfers (dus 10106) zouden dat al een miljoen heelallen zijn. 
We kunnen van een macht boven de honderd met recht over astronomische getallen spreken. 
In de natuurkunde spreekt men over onmogelijk vanaf 1050, dus om de evolutionisten een beetje krediet te geven verdubbelen we de macht en dus de lengte van het voluit geschreven getal.
Toelichting: een atoom kan natuurlijk geen poging  doen om iets te verwezenlijken.  Maar om een toegeving te doen voor de evolutionisten, nemen we even aan dat dit mogelijk is. 
Er zijn ongeveer 7 x 1027 atomen in het gemiddelde menselijk lichaam. Dit is de schatting voor een volwassen man van 70 kg.  Als dus de pogingen gedaan zouden worden door mensen, dan zou het aantal pogingen dat in de 13.8 miljard jaar gedaan zou zijn, een getal zijn dat 27 cijfers korter is. 

 

Toegepast op het menselijk DNA

Het DNA is, voor zover de mens anno 2025 weet, de enige informatiebron in een cel.  De conceptie van de mens begint met 1 eicel en 1 spermacel die elk 1 kopie van het DNA in zich hebben. Deze twee kopieën versmelten tot 1 (dubbele) set DNA:  de menselijke chromosomen zijn symmetrische structuren waar deze twee delen - 1 deel van de vader en 1 deel van de moeder - netjes naast mekaar worden opgeslagen. 
Bijna onmiddellijk na de conceptie begint  de bevruchte eicel zich te delen. Er ontstaan 2 cellen, vervolgens 4 cellen, dan 8 cellen, enz.
Dat zijn nog steeds 8 dezelfde cellen, maar een mens heeft ongeveer 200 verschillende soorten cellen, die alle andere functies moeten vervullen: huidcellen, spiercellen, zenuwcellen… Dus er moet iets veranderen om die cellen in de juiste richting te sturen. Dat gebeurt met epigenetische markeringen op het DNA. Een soort van ‘Post-its’ op bepaalde locaties van het DNA  om een deel van het DNA (tijdelijk) uit te schakelen. 
Vanaf de 8ste cel treedt dit proces in elke cel in actie: stukken van het DNA worden uitgeschakeld, andere weer ingeschakeld. Door de juiste epigenetische markeringen op het juiste moment worden de activiteiten van  de cel gestuurd in haar ontwikkeling. Op deze manier zal ze de juist functie vervullen.
Op het DNA, dat 3,2 miljard basenparen lang is, zijn er ongeveer 28 miljoen potentiële DNA-methylatie-plaatsen waar epigenetische markeringen mogelijk zijn. 
Dat betekent dat met enkel met het systeem van DNA-methylatie-posities er 228.000.00 mogelijkheden zijn; in de wetenschappelijke notatie is dat een getal met ongeveer 8,4 miljoen cijfers!

Uit deze ultra-astronomische hoeveelheid van mogelijkheden moet elke cel van het lichaam van de foetus, op elk moment van de zwangerschap de juiste epigenetische code hebben geplaatst om een gezonde en mooi gevormde baby ter wereld te brengen. Een pasgeboren baby bestaat uit ongeveer 2 biljoen cellen (2 × 10¹²). 

Beste mensen, dit mag echt een wonder genoemd worden.

Het mag dus duidelijk zijn dat het methylatie-proces onmogelijk door toeval kan aangestuurd of gevormd worden. Ook het ontstaan van die informatie is een echt raadsel
Hiermee valt elke theorie van toeval in het water en kan er alleen beroep gedaan worden op een intelligente  Bron als oorsprong voor de mens en voor het leven.