
Schepping door engineering als verklaring voor evolutie
Een aanvullend kader voor het begrijpen van het leven
Al meer dan een eeuw wordt het publieke debat meestal in twee uitersten uiteengerukt:
- óf leven is geschapen zoals religieuze tradities beschrijven - geloof,
- óf het is ontstaan via een lang evolutionair proces van mutatie en natuurlijke selectie - een wetenschappelijke theorie.
Beide standpunten worden vaak als onverenigbaar gepresenteerd.
Maar in vrijwel alle technische disciplines die de mens kent, bestaat er een derde, universeel erkend model:
Complexe, functionerende systemen ontstaan niet door toeval tijdens hun gebruik, maar door doelgerichte planning, ontwerp en optimalisatie voordat ze in de openbaarheid verschijnen.
In de wereld van engineering — luchtvaart, automobielbouw, software, energie, biotechnologie — doorlopen systemen vrijwel altijd dezelfde fasen:
- Conceptvorming
- Ontwikkeling en iteratie
- Modulaire architectuur en component-hergebruik
- Optimalisatie en validatie
- Release in de echte wereld
Wanneer een product in gebruik komt, ziet de gebruiker alleen het eindresultaat. Alleen de ontwerpers kennen het enorme voorbereidende werk.
Een technische lens op biologie
Wanneer we met deze ingenieursblik naar biologie kijken, ontstaat een verrassend coherent beeld.
De overeenkomsten tussen soorten: gedeelde genen, eiwitfamilies, metabole routes, identieke basisarchitecturen — hoeven niet uitsluitend te worden gezien als sporen van een langdurig, blind proces. Ze kunnen ook wijzen op iets dat in elke moderne technologie vanzelfsprekend is:
hergebruik van bewezen oplossingen, modulaire opbouw en ontwikkeling vóór implementatie.
Zoals autofabrikanten bijv. remsystemen delen en software-ontwikkelaars dezelfde bibliotheken inzetten, zo toont het leven:
- gestandaardiseerde chemie,
- modulaire bouwstenen,
- herbruikbare subsystemen,
- universele ontwerp principes,
- uitgebreide “cross-platform” architectuur.
Een alternatieve interpretatie — zonder het bestaande onderzoek weg te vegen
Vanuit deze invalshoek kunnen evolutionaire gegevens op een andere manier worden gelezen.
- Wat men “gemeenschappelijke afstamming” noemt, kan net zo goed worden gezien als gemeenschappelijk ontwerp.
- Evolutionaire ontwikkelingslijnen kunnen een ontwerp- en ontwikkeltraject weerspiegelen, voorafgaand aan de verschijning van soorten.
- De schijnbare “stapsgewijze opbouw” in organismen lijkt op de iteraties in een engineeringproject: varianten, prototypes, verbeterde concepten — vóór de release.
Hiermee wordt niet gesuggereerd dat het werk van evolutionaire biologen waardeloos is. Integendeel:
Hun observaties, data en analyses vormen juist essentieel materiaal ,
maar mogelijk binnen een ander denkkader dan tot nu toe werd aangenomen.
Zoals verschillende automerken soms dezelfde technologie gebruiken doordat ze dezelfde toeleveringsbedrijven hebben, zo kunnen biologische “kruisverbindingen” verwijzen naar ontwerpkeuzes en niet noodzakelijk tot natuurlijke verwantschap.
Waarom dit model aansluit bij echte techniek
In alle moderne engineering geldt: Als meerdere complexe systemen dezelfde oplossing bevatten, neemt niemand aan dat dit door toeval ontstond.
Men gaat ervan uit dat:
- er efficiënt is ontworpen,
- componenten zijn hergebruikt,
- functionaliteit vooraf is uitgedacht,
- en het ontwikkelingsproces plaatsvond vóór gebruik.
- of misschien… dat het ontwerp van een ander bedrijf gekopieerd werd…
Ook weten ingenieurs dat toeval, complexiteit niet opbouwt maar afbreekt. Systemen die worden blootgesteld aan willekeurige verstoringen hebben onderhoud, foutanalyse en kwaliteitscontrole nodig om te blijven werken — laat staan verbeteren. Toenemende complexiteit geeft meer vrijheden en dus ook meer kansen om verkeerde zaken tegen te komen: de wet van Murpey kan zijn gang gaan.
Dat 'leven' desondanks zo’n enorme complexiteit en stabiliteit kent, past daarom verrassend goed bij een model waarin:
- ontwerpkeuzes,
- architecturale principes,
- en informatie-structuren
vooraf zijn geformuleerd en waar ontzettend nauwkeurig wordt gewerkt..
Dit sluit bovendien aan bij de bijbelse gedachte dat bepaalde beslissingen “voor de grondlegging der wereld” al genomen waren.
🎯 Doel van dit project
De industrie bewijst dagelijks dat natuurwetten betrouwbaar zijn door ze succesvol toe te passen in complexe technische systemen. Dat vormt het uitgangspunt van dit project: wanneer engineering-principes universeel nodig zijn om complexe structuren te bouwen, dan moeten diezelfde principes ook worden meegenomen in het kader waarmee we het ontstaan van biologische systemen bestuderen.
Dit project heeft vier duidelijk omschreven doelen:
1. Aantonen dat ingewikkeld ontwerp intelligentie vereist
In alle industriële systemen geldt: complexiteit ontstaat niet vanzelf. Informatie, planning en doelgerichte architectuur zijn onmisbare voorwaarden voor elk robuust functionerend systeem. Dit project toont aan dat biologische structuren dezelfde kenmerken dragen — en dat zowel informatie als intelligentie daarom een legitiem en noodzakelijk onderdeel van het wetenschappelijke denkkader zijn. Zie: De evolutie van het filosofische wereldbeeld.
2. Wetenschappelijke data respecteren, maar de interpretatie verbreden
We behouden alle empirische waarnemingen, met inbegrip van genetische, ecologische en morfologische gegevens uit de huidige evolutietheorie. Maar we onderzoeken een alternatieve interpretatie: niet als resultaat van blind ontstaan, maar als de uitwerking van een vooraf doordacht ontwerp. Dit opent een coherenter verklaringsmodel voor de uniformiteit, modulariteit en functionele samenhang in de natuur.
3. Wetenschap verbinden met engineering-principes
Engineering is het enige domein waarin we vandaag daadwerkelijk zien hoe complexe systemen tot stand komen. Door biologische structuren te analyseren met dezelfde principes — architectuur, modulariteit, informatiesystemen, optimalisatie, fouttolerantie — ontstaat een consistent en toetsbaar verklaringskader waarin biologische complexiteit begrijpelijk wordt - en van waaruit we op een wetenschappelijke basis kunnen verder werken, zowel in onderzoek als in ontwikkeling.
4. De kloof tussen geloof en empirische wetenschap naar nul herleiden
De observaties uit natuur en engineering wijzen op het bestaan van een intelligente Bron achter de werkelijkheid. Het is daarom onverstandig die mogelijkheid filosofisch uit te sluiten. Wetenschap moet de realiteit beschrijven zoals die zich aandient, niet buigen voor een vooraf aangenomen wereldbeeld. Door open te staan voor ontwerp-intelligentie kunnen geloof en wetenschap elkaar versterken in plaats van tegenwerken. En op die manier zal de kloof tussen beide totaal verdwijnen omdat de natuur door God geschapen is. Er kan gewoon geen contradictie bestaan!
De kern van deze benadering
Het resultaat is geen afwijzing van evolutieonderzoek — en ook geen geloofsstandpunt dat empirische gegevens negeert.
Het is een synthese:
Schepping bekeken door de bril van engineering. “Evolutie” wordt hierbij niet opgevat als een proces ná de schepping, maar als de reeks ontwerp- en ontwikkelingsstappen vóór de schepping — zichtbaar in de patronen van het eindproduct.
Vervolg van het project
In de volgende onderdelen zullen we:
- engineering-principes toepassen op biologische structuren,
- modulariteit en component-hergebruik analyseren,
- de informatie-architectuur van DNA bespreken,
- evolutionaire bevindingen (her)duiden binnen het ontwerpmodel,
- laten zien hoe biologische complexiteit beter past in een gericht, voorafgaand ontwerptraject.
Wanneer we deze aanvullende visie omarmen, wordt duidelijk dat we hier met de combinatie van deze drie factoren, nieuwe wegen openen.
- Ten eerste de wetenschap, die een enorme rijkdom aan natuurwetten, data en patronen heeft blootgelegd die vragen om een ruimer interpretatiekader.
- Ten tweede de industrie en de ingenieurswetenschappen, die ons elke dag opnieuw tonen hoe complexe systemen uitsluitend ontstaan via doelgericht ontwerp, modulaire opbouw en voorafgaande informatieplanning en dit alles binnen een systeem van uitermate hoge precisie.
- En ten derde de historische en theologische uitspraken van de Bijbel, dat bepaalde besluiten “voor de grondlegging der wereld” al vastlagen en dat alles “naar zijn aard” is geschapen: precies wat je zou verwachten als de schepping het resultaat is van een doelgericht en voorbereidend ontwerptraject en niet van spontane toevalsprocessen.
Samen vormen deze drie pijlers geen beperking, maar een uitnodiging: een uitnodiging om nieuwe horizonten te verkennen waar wetenschap, techniek en openbaring (vanuit de bovennatuurlijke wereld) elkaar niet langer tegenspreken, maar elkaars diepte juist vergroten.
En hiermee kunnen we besluiten met:
De lijftekst van de University of Oxford: Dominus illuminatio mea (Latin for 'The Lord is my light’) https://en.wikipedia.org/wiki/Dominus_illuminatio_mea
Of met:
Ps 111:2
Groot zijn de werken des HEREN,
na te speuren door allen die er behagen in hebben.
