Skip to main content

De vanzelfsprekendheid van informatie

We worden elke dag gebombardeerd door duizenden informatieve boodschappen. We spenderen jaren achter schoolbanken om informatie te kunnen verwerven, verwerken en te produceren. We leren het communicatieschema van ‘zender-boodschap-ontvanger’ al in de basisschool. We horen informatie, zien informatie, voelen informatie ... Informatie wordt in een systeem gegoten, hetgeen we ‘taal’ noemen. Van letters naar woorden, van woorden naar zinnen, van zinnen naar paragrafen, van paragafen naar hoofdstukken en van hoofdstukken naar boeken. De ordening in spelling (hoe letters zich tot elkaar verhouden in een woord) of grammatica (hoe woorden zich tot elkaar verhouden in zinnen) is complex en belangrijk om juist te kunnen communiceren. Vervolgens moet informatie correct geïnterpreteerd worden en moet de betekenis geformuleerd worden (semantiek). En toch nemen we informatie vanzelfsprekend. Peuters nemen het op (zonder al die complexe taallessen) en voegen dagelijks woorden aan hun arsenaal toe. Communicatie is onmisbaar voor ons als mensen. Informatie is overal om ons heen. We kunnen ons de wereld niet eens voorstellen zonder!
Bron: Engage door Mattias Demaerel. Pag. 52

De definitie

in Wikipedia vinden we het volgende:

Informatie, van Latijn informare vormgeven, vormen, instrueren, ook wel afgekort tot info, is alles wat kennis toevoegt en zo onwetendheid, onzekerheid of onbepaaldheid vermindert. Het woord voorlichting wordt ook gebruikt voor het verstrekken van informatie.

De meest krachtige definitie van informatie is: "Informatie zijn alléén die gegevens die nieuwswaarde bevatten voor de ontvanger."

Kenmerkend aan informatie is dat het interpreteerbaar is. Interpreteren en integreren van informatie resulteert in kennis.

Iedere hoeveelheid informatie, ieder bericht, dat met een bepaald doel wordt overgedragen is een 'boodschap' en bevat gegevens en metadata.

In de biologie wordt informatie vaak geassocieerd met genetische code en de werking van cellen en organismen. De genetische informatie in DNA is als een code die alleen begrepen wordt door de celmechanismen die erop reageren. Bijvoorbeeld: de informatie in een gen wordt begrepen en gebruikt door een ribosoom om een eiwit te synthetiseren. Zonder de biochemische mechanismen die deze informatie interpreteren, blijft de genetische code zinloos.
Samenvatting van de relatie tussen informatie en begrip:

 

Data is een verzameling van gegevens of patronen die op zichzelf geen betekenis hebben.
Meestal heb je een sleutel nodig om de data te kunnen interpreteren.
Begrip is het vermogen om, met behulp van de sleutel, de betekenis van de data te begrijpen en te interpreteren, wat afhankelijk is van kennis, ervaring en context.
Context is cruciaal voor begrip, omdat het bepaalt hoe informatie geïnterpreteerd moet worden.
Achtergrondkennis maakt de informatie mogelijk nuttig.
Informatie kan objectief zijn (zoals cijfers of data), maar begrip is subjectief en is de interpretatie van die informatie.
Zonder begrip is dat slechts een verzameling van gegevens, maar met begrip wordt de informatie waardevol en toepasbaar voor de mens die dit soort zaken kan vatten.
In de biologische context wordt dit anders opgelost: een interpretatieapparaat is dan nodig om ons in staat te stellen, data om te zetten in een product. Dit interpretatie apparaat is bij levende wezens van even groot belang dan het DNA zelf.

Kunnen we informatie meten?

In principe is informatie een combinatie van de in afbeelding vermelde aspecten.  Maar aangezien het begrip redelijk subjectief is, en er op het totaal externe factoren van (achtergrond)kennis bijkomen, moeten we de meting beperken tot de data  en de interpretatie van de tekens waarin de data wordt doorgegeven. Het kennen van de context is goed, maar behoort niet tot de data.
De data heeft wee aspecten: een hoeveelheid (bijvoorbeeld in bits) en waarde - een weerspiegeling van de moeilijkheid om die data te verkrijgen. Dit tweede aspect is natuurlijk moeilijk te valideren, zeker als je die data niet zelf hebt verkregen.
We laten dit nog even in beraad hoe dit gevalideerd kan worden.

 

Hoe klein is de kans om een bepaald aminozuur te maken?

Van het DNA kunnen we een wiskundige berekening maken op basis van de kans om een juiste combinatie van de aminozuren in de DNA keten, die nodig zijn.
Het kleinste zelfstandig ‘levend’ wezen zou Mycoplasma genitalium zijn. Deze bacterie kan eigenlijk niet zelfstandig leven omdat het geniet van een aantal stoffen waarin haar gastheer voorziet. Mycoplasma genitalium heeft naar schatting 150-250 enzymen, wat het tot een van de simpelste organismen maakt die zelfstandig kunnen leven. Dit lage aantal is mogelijk door zijn sterk gereduceerde genoom en zijn afhankelijkheid van een gastheer.
Een klein enzym wordt gemaakt uit 100 tot 200 aminozuren. Dat wil zeggen dat er 300 tot 600  base-paren in betrokken zijn. We rekenen met de 300…
Er zijn 4 mogelijkheden voor elke positie van een base-paar. Er zijn dan 4300 mogelijkheden en dat exacte getal is veel te groot om volledig op te schrijven. Het heeft 181 cijfers en begint met 4149….
Of nauwkeuriger gezegd: met 300 base-paren kan je het volgende aantal combinaties maken:  4.149.5155.688.808.800.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.00.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000  
Ofwel:
4,14951556888088E+180

Als je 6.5  miljard jaar iedere seconde een combinatie zou checken,  zou je al 205.124.400.000.000.000 exemplaren kunnen testen. Wanneer doe je de overige?

Is het dan niet logischer om te geloven dat het niet kan ontstaan door toeval?  Immers, we moeten 150 van die enzymen maken, die  moeten in een levende cel geraken  en de cel heeft nog een gastheer nodig.
Maar we zouden het nog even over het interpretatie-apparaat hebben.  Dat doen we in een volgend hoofdstuk.
Het interpretatieapparaat