
Spanning tussen geloof en wetenschap?
Inleiding
Door de geschiedenis heen hebben mensen gezocht naar antwoorden op grote levensvragen: Hoe zijn wij hier gekomen? Wat is het doel van ons bestaan? Hoe begrijpen we de wereld om ons heen? Twee belangrijke visies, de evolutietheorie en het christelijk geloof, proberen elk op hun eigen manier deze vragen te beantwoorden.
De evolutietheorie biedt een naturalistische verklaring voor de oorsprong en diversiteit van het leven. Dit zogenaamd wetenschappelijke model zoekt een mogelijke weg in natuurlijke processen, zoals mutaties en natuurlijke selectie om het ontstaan en de ontwikkeling van soorten te verklaren. Deze theorie heeft diepe implicaties, omdat ze vanuit “de verlichting”-een universum zonder Schepper of God - veronderstelt.
God buiten elk wetenschappelijk onderzoek te houden is geen neutrale houding, maar een ideologisch standpunt. En hier doet zich een fundamenteel probleem voor: als er werkelijk een God is die alles geschapen heeft, dan zullen zij, die Hem bewust willen mijden, hun doel nooit bereiken.
Echte wetenschap is de zoektocht naar de wetmatigheden van de natuur, het ontdekken van de logica en de structuur die de schepping draagt. Echte wetenschappers zijn dan ook geen slaven van een ideologie die probeert God uit te sluiten, maar eerlijke onderzoekers die openstaan voor waar de feiten hen brengen, ongeacht de implicaties.
Bovendien wordt tot nu toe geen evolutie waargenomen en er worden heel wat onwetenschappelijke statements gemaakt!!
Echte evolutie zou zich moeten manifesteren door een aangroei van het DNA in combinatie met een aangroei van functies.
Het christelijk geloof daarentegen gaat verder dan alleen de natuur en richt zich op een persoonlijke relatie met God als Schepper. Het biedt antwoorden op vragen over zingeving, moraal en hoop, en plaatst de mens als een uniek schepsel in het centrum van Gods schepping.

Beide wereldbeelden hebben hun eigen antwoorden op onze levensvragen. Het is aan de lezer om die antwoorden aan mekaar af te wegen, zodat je een soliede basis kan vinden om je geloof op te funderen. Wat je gelooft - of schepping of evolutie - zal immers de basis worden van je wereldbeeld; het denkkader dat de rest van je leven je beslissingen zal sturen en van invloed zal zijn op hoe je de wereld en jezelf zal begrijpen. Ben je klaar om de ‘art of faith” te ontdekken?
De principes
Een overzicht van de principes die aan de basis van beide denkbeelden liggen:
De evolutietheorie in vijf regels:
- Afkomst met modificatie: Alle soorten leven zijn ontstaan uit een gemeenschappelijke voorouder door een proces van geleidelijke veranderingen over miljoenen jaren.
- Natuurlijke selectie: Organismen met eigenschappen die beter passen bij hun omgeving hebben meer kans om te overleven en zich voort te planten, waardoor deze eigenschappen worden doorgegeven.
- Variatie binnen populaties: Individuen binnen een soort vertonen genetische variaties, die ontstaan door mutaties, genetische recombinatie en andere processen.
- Aanpassing en soortvorming: Over lange tijd leiden kleine veranderingen tot de ontwikkeling van nieuwe soorten, aangepast aan hun specifieke omgeving.
- Bewijs uit verschillende vakgebieden: De evolutietheorie wordt ondersteund door bewijs uit fossielen, vergelijkende anatomie, genetica, embryologie en bio-geografie.
Het christelijk geloof in vijf regels:
1. God schiep de hemel en de aarde
Genesis 1:1 – "In het begin schiep God de hemel en de aarde.”
God is de oorsprong van alles. Het heelal, de aarde, de zeeën, planten en dieren zijn allemaal door Zijn woord tot bestaan gebracht.
2. De mens is als laatste geschapen, op de zesde dag
Genesis 1:27 – "En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.”
De mens is niet toevallig ontstaan, maar bewust geschapen –hij was zelfs het doel van de schepping!
3. Adam werd uit stof gevormd en kreeg de levensadem (levensgeest) in de neus geblazen
Genesis 2:7 – "Toen formeerde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.”
Adam werd als eerste mens gevormd, niet geboren. Zijn leven begon door Gods directe ingrijpen.
4. Eva werd uit Adam geschapen als zijn partner
Genesis 2:22 – "En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit de mens genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar bij de mens.”
Eva werd uit Adam genomen om zijn gelijke en hulp te zijn, waardoor het eerste menselijke paar ontstond.
5. De mens kreeg verantwoordelijkheid over de aarde
Genesis 1:28 – "Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde, onderwerp haar en heers over de vissen van de zee, de vogels in de lucht en over al het levende dat op de aarde kruipt.”
De mens werd niet alleen geschapen om te leven, maar ook om te zorgen voor de schepping — als een rentmeester onder God.
Hiërarchie
Deze gang van zaken maakt een hiërarchie duidelijk:
God is de Schepper van alles dat we zien en daarmee ook de Eigenaar.
Adam en Eva en hun kinderen mogen in deze schepping leven, de aarde vullen met nakomelingen (weest vruchtbaar en wordt talrijk). De dieren mogen ze gebruiken als een pelgrim, niet als een eigenaar (Augustinus). Het gaat immers om Gods koninkrijk…

Vragen
Enkele onopgeloste vragen van de evolutietheorie worden op de eerste pagina van de Bijbel beantwoord: Het universum is ontstaan uit een opdracht van God, het leven is ontstaan door het feit dat God Adam de levensadem (levensgeest) inblies. De vrouw is ontstaan uit Adam. Beide zijn naar het beeld van God ontstaan en kregen de verantwoordelijkheid om voor Gods schepping te zorgen.
Natuurlijke selectie (punt 2) lijkt een logische gedachte maar is het dat wel? Het idee achter de natuurlijke selectie is dat de sterkste steeds overwint. dat op zich zou leiden naar een wereld die bevolkt is door 1 organisme...
Punt 3 van de evolutietheorie is reeds wetenschappelijk tegengesproken: Mendel heeft bewezen dat het DNA parameters heeft, die bestuurd kunnen worden door de naar hem genoemde wetten. Punt 5 van de evolutietheorie is niet erg overtuigend:
5. De evolutietheorie wordt ondersteund door bewijs uit fossielen, vergelijkende anatomie, genetica, embryologie en biogeografie.
We zouden al deze argumenten kunnen toepassen op de automobielindustrie, maar zouden we daarmee de miljoenen ingenieurs die daar hun bijdrage in geleverd hebben, kunnen negeren?