Skip to main content

Richard Lenski, het Long-Term Evolution Experiment, of LTEE

Het werk van Richard Lenski situeert zich ergens tussen organische- en macro-evolutie. Zijn werk is vooral van betekenis omdat hij met zijn team nu al meer dan 32 jaar 12 verschillende populaties Escherichia coli observeert.
Deze darmbacterie vermenigvuldigt a rato van 6 generaties per dag, 6 generaties komen voor de mens overeen met 150 jaar en  70.000 E coli generaties duren voor de mens ongeveer 1.500.000 jaar.

In november 2024 bereikte het team de kaap van 75.000 generaties. Zelfs dan is de E. coli bacterie nog steeds een E. coli bacterie - een feit dat we ondertussen wel kunnen bestempelen als een natuurwet -maar dat wil Lenski natuurlij niet bewijzen.

Het enige merkwaardige dat in al die tijd gebeurd is, is dat één van de populaties op een andere voedingsstof is overgeschakeld: de bacterie was plots  in staat om onder aërobe omstandigheden, citraat te metaboliseren als energiebron. Citraat was al die tijd in de omgeving van de bacterie aanwezig.  
Wanneer we deze omslag nader bekijken, blijkt die helmaal niet sensationeel te zijn. Als de colie bacterie in zuurstofarme omgeving moet werken , gebruikt ze steeds citraat als voedingsbron. In feite ging het niet om evolutie maar om degradatie.

Lenski’s langlopende experiment met Escherichia coli-bacteriën (gestart in 1988) had tot doel om  evolutionaire veranderingen in realtime waar te nomen. Door 12 afzonderlijke bacteriekolonies onder gecontroleerde omstandigheden generaties lang te laten groeien, zou men kunnen  waarnemen hoe bacteriën zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden, waardoor bewijs zou geleverd  worden voor mutatie en natuurlijke selectie op de korte termijn. Hierbij dient men zich te realiseren dat de Escherichia coli een belangrijke rol speelt  in het spijsverteringsstelsel van de mens en daar (bij 37ªC en volop voedsel) om de 20 minuten een volgende generatie maakt.  In het experiment gaat het om 6 generaties per dag - vanwege lage temperaturen en voedsel rantsoenen. Het experiment loopt daarom 12x trager dan het in ons spijsverteringsstelsel zou lopen. Maar stel je voor dat de E. Coli bacterie in ons spijsverteringsstelsel zou evolueerden aar een organisme dat niet gewenst is in onze darmen. Zowel mens als bacterie zouden in problemen komen.
De vraag stelt zich dan ook of de mens niet het levende bewijs is dat de  E. Coli zich sinds het bestaan van de mens niet heeft veranderd?
Wat Lenski tot nu toe gevonden heeft, is daarom niet meer dan een aanpassingen via ingebouwde mechanismen om zichzelf in leven te houden met wat er voor handen is en dat is in dit geval o.a. vanwege een zeer trage stofwisseling.

E. coli is zeer flexibel in het benutten van alternatieve energiebronnen. bijv.:

  • Lactose, Fructose, Maltose, maltotriose en Sucrose:
  • Acetaat, pyruvaat, lactaat en succinaat
  • glutamaat, asparagine, en serine
  • glycerol

Bovendien kan E. coli overschakelen op fermentatie of andere anaerobe ademhalingsroutes:
Nitraat of nitriet: Fumaraat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de E. Coli op een gegeven moment op een andere voedingsbron zou overschakelen.