De kleitabletten-theorie van Wiseman
Het boek "New Discoveries in Babylonia About Genesis" (1936) van P.J. Wiseman onderzoekt de oorsprong en samenstelling van het Bijbelboek Genesis in het licht van de archeologische vondsten in Babylonië tussen 1840 en 1940. Wiseman introduceert de tablet-theorie, waarin hij suggereert dat Genesis is samengesteld op basis van oudere kleitabletten. Hij wijst op de aanwezigheid van colofons in oude Mesopotamische teksten—afsluitende notities die informatie geven over de auteur of eigenaar van de tablet. Wiseman merkt op dat vergelijkbare structuren, bekend als toledot (Hebreeuws voor "generaties"), elf keer voorkomen in Genesis, wat erop kan wijzen dat het boek is samengesteld uit verschillende teksten op kleitabletten.
Wiseman’s hypothese suggereert dat de "toledot"-structuur in Genesis een oud, Mesopotamisch schrijfsysteem weerspiegelt. Als we die lijn doortrekken, zou het kunnen betekenen dat God zelf de eerste informatie op een kleitablet gaf aan Adam en Eva, en dat zij vervolgens dit schrift doorgaven aan hun nakomelingen. Dit zou de Babylonische schrijfwijze niet als een menselijke uitvinding plaatsen, maar als een afgeleide van een oorspronkelijke, goddelijke schrijfmethode.
Deze gedachte past binnen een theïstisch perspectief waarin God als de bron van het leven , maar ook van kennis en taal wordt gezien. Het kleitablet van Adam, dat volgt op het kleitabelt van God, geeft subtiele info over de relatie tussen Adam en Eva en hun Schepper.
Het idee dat het schrift een goddelijke oorsprong heeft, is door de eeuwen heen vaker geopperd. In veel oude culturen worden de eerste schrijfsystemen vaak toegeschreven aan goden (bijvoorbeeld Thoth in Egypte of Nabu in Mesopotamië).
In zijn boek “NEW DISCOVERIES IN BABYLONIA ABOUT GENESIS ” bespreekt Wiseman de schrijftechnieken en literaire methoden die 5000 jaar geleden in Mesopotamië werden gebruikt, en hoe deze inzichten licht werpen op de samenstelling en authenticiteit van Genesis. Hij suggereert dat Moses mogelijk deze oudere kleitabletten heeft gebruikt bij het samenstellen van Genesis, wat een nieuw perspectief biedt op de auteurschap en betrouwbaarheid van het boek. Wij durven nog een stap verder te gaan en postuleren Jozef als eindverantwoordelijke voor het samenbrengen van het boek Genesis.
Typische opbouw van de opgegraven kleitabletten
De Babylonische opbouw van teksten op kleitabletten volgde een vast patroon, vooral in administratieve, juridische en historische documenten. Dit systeem werd ook gebruikt in de tijd van Abraham en Mozes en is belangrijk in de discussie over de oorsprong van Genesis.
Opbouw:
- Titel of beginzin
- Hoofdtekst
- Colofon; de naam van de schrijver of eigenaar
- De datum en plaats van schrijven
Wie schreef de originele kleitabletten?
In dit hoofdstuk 7 onderzoekt P.J. Wiseman de mogelijke auteurs van de kleitabletten waarop Genesis volgens zijn tablet-theorie zou zijn gebaseerd. Hij legt uit hoe de kleitabletten van vader op zoon werden doorgegeven en hoe verschillende eigenaars hun eigen verhaal toevoegden.
De opmerkzame lezer van Genesis kan vervolgens uit het verslag van Jozef, (dat begint bij Ge 37:2ba Jozef, zeventien jaar oud, hij was dus nog jong...) opmaken dat Jozef en Jacob (Israel) bij hun hereniging het verhaal verder afwerkten. Jozef, als grootvizier, was de 2de machtigste persoon in het land en kon gemakkelijk een schrijver aan het werk zetten om de familiestamboom uit te schrijven om vervolgens de vrschillende stammen hun eigen kopie te schenken.
Belangrijkste elementen uit hoofdstuk 7 van Wisemans boek:
Interne aanwijzingen in Genesis
Wiseman wijst op de toledot-structuur (de herhaalde frase “dit zijn de geslachten van…”), die in oude Mesopotamische kleitabletten vaak werd gebruikt als afsluiting van een tekst. Dit suggereert volgens hem dat Genesis is gebaseerd op verschillende oudere documenten, mogelijk geschreven door de personen die in de tekst worden genoemd.
Verklaring van auteurschap
Wiseman stelt dat Adam, Noach, Sem, Terach, Isaak, en Jakob elk hun eigen historische verslagen optekenden en dat deze later zijn samengevoegd tot het boek Genesis.
Elk van deze mannen zou volgens Wiseman hun eigen relaas van gebeurtenissen in hun eigen tijd hebben opgeschreven en overgedragen.
Gebruik van colofons en eigendomsmarkeringen
In oude Mesopotamische documenten werd vaak de naam van de eigenaar of schrijver aan het einde vermeld. Dit patroon komt volgens Wiseman overeen met de toledot-frasen in Genesis. Dit zou erop wijzen dat de oorspronkelijke auteurs van Genesis hun eigen historische verslagen op deze manier documenteerden.
De rol van Mozes of Jozef
Wiseman suggereert dat Mozes niet de originele auteur van Genesis was, maar de verschillende ondertekenaars van de kleitabletten d.m.v. de Toledots. Wiseman draagt Mozes voor als samensteller, maar Jozef zou samen met zijn vader Jacob (Israel) een meer logische keuze zijn.
Originele teksten
In elk geval zijn de originele teksten hoogst waarschijnlijk onveranderd gebleven vanaf het moment dat ze op kleitabletten zijn opgetekend tot en met het moment dat ze in Egypte zijn samengebracht.
Conclusie van hoofdstuk 7:
Wiseman stelt dat Genesis niet een latere mythe of een volledig nieuw geschrift is van een schrijver die geen rechtstreekse getuige was, maar een verzameling van betrouwbare, eeuwenoude documenten die tot op dat moment zorgvuldig bewaard en doorgegeven waren. Dit idee biedt een alternatief voor de gangbare opvattingen over het ontstaan van Genesis en ondersteunt de mogelijkheid dat de tekst een historisch waardevolle accurate overlevering is.
Wordt vervolgt….
Download de Nederlandse versie van het boek: "New Discoveries in Babylonia About Genesis"