Skip to main content

Dean H. Kenyon

Dean H. Kenyon schreef samen met Steinman het boek "Biochemical Predestination" dat werd gepubliceerd in 1969. Het is een invloedrijk werk in de vroege discussies over de oorsprong van het leven, en het presenteert een theorie over hoe biologische moleculen zoals eiwitten en nucleïnezuren op natuurlijke wijze zouden kunnen ontstaan zijn zonder tussenkomst van een intelligente kracht.

De belangrijkste punten en context van het boek:


1. De Kernideeën

  • Chemische determinatie van het leven:

    • Kenyon en Steinman stellen dat chemische eigenschappen van moleculen zelf grotendeels bepalen hoe leven zou kunnen ontstaan.
    • Volgens hen zijn bepaalde moleculen en interacties "voorbestemd" om complexe structuren te vormen die de bouwstenen van het leven worden.
  • Rol van eiwitten:

    • Ze benadrukken de rol van eiwitten (in tegenstelling tot de moderne focus op RNA in de "RNA-wereld" hypothese) als essentiële moleculen voor het ontstaan van leven.
    • Ze suggereren dat aminozuren op natuurlijke wijze konden polymeriseren tot functionele eiwitten door inherente chemische affiniteiten.
  • Zelforganisatie:

    • Het boek onderzoekt hoe chemische reacties en de fysische eigenschappen van moleculen kunnen leiden tot spontane organisatie, wat een cruciale stap zou zijn in het ontstaan van leven.

2. Wetenschappelijke Bijdrage

  • Focus op chemische evolutie:

    • Het boek was een van de vroege pogingen om de oorsprong van het leven wetenschappelijk te verklaren zonder te vertrouwen op metafysische verklaringen.
    • Het sluit aan bij het onderzoek van Stanley Miller en Harold Urey, die de abiotische synthese van organische moleculen in een experiment aantoonden.
  • Hypothese over prebiotische chemie:

    • Kenyon en Steinman presenteren een model waarin chemische reacties onder prebiotische omstandigheden leiden tot steeds complexere moleculen.

3. Kritiek en Latere Ontwikkelingen

  • Problemen met het model:

    • Tegen het einde van de 20e eeuw werden de ideeën in "Biochemical Predestination" deels ingehaald door nieuwe wetenschappelijke inzichten. Met name de hypothese van een "RNA-wereld" kwam naar voren, waarin RNA in plaats van eiwitten als de oorspronkelijke zelf-replicerende moleculen werd beschouwd. Maar waar komen die RNA moleculen vandaan? Is er enige kans dat een enkel RNA streng het leven start? Je mag het onderzoeken, en wij zullen je antwoord graag publiceren.
    • Moderne inzichten suggereren dat de chemische omgeving van de vroege aarde waarschijnlijk te complex en variabel was om de strikte "predestinatie" van moleculaire evolutie volledig te ondersteunen. Em moet meer zijn!
  • Dean Kenyon's latere afwijzing:

    • Dean Kenyon keerde later zijn eerdere theorie de rug toe en werd een voorstander van het idee van intelligent design. Hij concludeerde dat chemische processen alleen onvoldoende waren om de oorsprong van het leven te verklaren en stelde dat er een intelligente oorzaak nodig was voor de organisatie van biologische systemen.

4. Relevantie Vandaag

Hoewel veel van de inhoud van "Biochemical Predestination" achterhaald is door moderne inzichten, blijft het boek een historisch belangrijke bijdrage aan het denken over de oorsprong van het leven. Het illustreert een fase waarin wetenschappers worstelden met de vraag hoe chemische en biologische evolutie met elkaar verweven zijn.


Conclusie

"Biochemical Predestination" was een baanbrekend boek uit 1969 dat pleitte voor een chemisch deterministische kijk op de oorsprong van het leven, waarin moleculen als aminozuren en eiwitten "voorbestemd" waren om leven te vormen.

Jaren na het schrijven van zijn boek, verwierp Kenyon deze theorie omdat het gewon geen steek houdt met scheikunde. Hij doorzag als geen ander dat het leven niet te verklaren is door de wetenschap. We kunnen allerlei hypotheses opzetten, maar we zoeken een (herhaalbaar) bewijs.

Kenyon zag dat er een Schepper aan het werk was geweest die bovennatuurlijke kracht Hat ingezet en hij keerde zich tot zijn Schepper.