Skip to main content

164 jaar evolutietheorie zonder bewijs! Tijd voor een andere piste?

Abstract

Anno 2023 is het voor steeds meer mensen duidelijk dat de evolutietheorie geen steek houdt.  Toch worden wetenschappers en media van hogerhand verplicht om deze theorie te koesteren en te verkondigen.
Met dit werk brengen wij een keer in deze gang van zaken en geven we wetenschappelijk bewijs dat de gangbare theorie meer dan achterhaald is.
Er is ook meer dan voldoende bewijs voor handen om aan te tonen dat het leven niet kan ontstaan zijn aan de hand van de geldende natuurwetten.
Bovendien is het wetenschappelijk aantoonbaar dat een bovennatuurlijke kracht de basis voor leven vormt.

 

Wat is de evolutietheorie?

Het is in de eerste plaats een theorie die de vraag rond de oorsprong en de reden van ons bestaan zou moeten oplossen!

De evolutietheorie gaat er echter van uit dat er zonder oorzaak en zonder ruimte en zonder tijd een grote ontploffing was, die tijd en ruimte creëerde en waarvan de brokstukken (afkomstig van niets) zich hebben georganiseerd tot sterren- stelsels en planeten. Vervolgens is - minstens op aarde - zonder toedoen van enige intelligentie of bovennatuurlijke kracht het leven ontstaan.

Gezien de oorzaak is dit een totaal zinloze zaak.

In deze  theorie van de oorsprong van het heelal tot het bestaan van de mens, zijn op basis van onze  indeling van de wetenschap heel wat facetten te onderscheiden:
In deze lijst hebben de laatste 3 een enorme impact op het denken van de mens. Onze aandacht gaat in dit artikel vooral uit naar deze 3 vakgebieden.

1 Relativiteit en elementaire deeltjes
Kosmische EvolutieHet ontstaan van tijd, ruimte, massa en energie uit het niets (Big bang)
2 Elementaire deeltjes - Kernfysica - scheikunde
Nucleaire EvolutieDe opbouw van de chemische elementen uit de ontstane elementaire deeltjes)
3 Mechanica of electro-mechanica - sterrenkunde
Stellaire EvolutieDe vorming van complexe sterrenstelsels uit de chaotische eerste elementen
4 Mechanica of electro-mechanica - sterrenkunde - scheikunde
Kosmische EvolutieDe vorming van planetaire systemen uit rondwervelende elementen
5 Organische chemie ??? - Theorie van Darwin
Planetaire EvolutieDe vorming van organisch leven uit anorganisch materiaal (gesteente)
6 Theorie van Darwin
Macro-evolutieDe vorming van een levensvorm uit een totaal andere levensvorm
7 Theorie van Darwin <-> wetten van Mendel - CAD modelings
Micro-evolutieHet bestaan van variaties binnen een levensvorm

Als deze theorie klopt, is eigenlijk alles op aarde toegelaten en hoeven we ons nergens om te bekommeren.  Ieder weldenkend mens zal aanvoelen dat zulk een besluit helemaal geen innerlijke vrede geeft. De evolutietheorie geeft daarom geen antwoord op de meest cruciale vraag van de mens:


Waarom leven wij?


Laten we daarom eens kijken of die theorie (nog) wel een bestaansrecht heeft. Immers een theorie is steeds een tijdelijke stelling om nadien beaamt of verworpen te worden. En na 164 jaar van enorme wetenschappelijke vooruitgang moeten we toch stilaan een besluit kunnen nemen.

Enkele begrippen

Evolutie of degeneratie?
Het toevallig veranderen van ingewikkelde samenstellingen of functies kan in principe leiden tot verbeteringen of tot mankementen = degradatie.  
Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat intelligente* aanpassingen eerder tot verbetering zullen leiden en toevallige eerder degeneratie veroorzaken.

* Maar hoe intelligent moet een verandering zijn om verbeteringen te geven maken?

Wat het verschil is tussen evolutie en degeneratie? Hoe kunnen we dat wetenschappelijk vast stellen?

Stelling van Creabel:
Bij degradatie gaat informatie uit het DNA verloren,
in het geval van evolutie komt er informatie bij.

Natuurwetten en theorieën
Wetenschappers die in de natuurkunde een fenomeen willen verklaren, beginnen met het voorstellen van één of meer theorieën.  Een theorie kan leiden tot voorspellingen die, als ze uitkomen, de juistheid van de theorie ondersteunen.
De normale gang van zaken is dat een theorie ofwel via bewijsbare feiten doorgroeit naar een (set van) natuurwet(ten), ofwel dat ze verworpen wordt vanwege één of meerdere tegenstrijdige bewijzen.
Al is er maar 1 bewijs dat niet past in de theorie, dan moeten we de theorie aanpassen of uiteindelijk  verwerpen.

Verder onderzoek naar bewijs
Nadat de theorie bekend gemaakt is, zullen collega wetenschappers tijdens hun werk de theorie in gedachten houden en wanneer ze iets opmerken, dat bekend maken. Hierdoor krijg je een brede waaier aan documentatiemateriaal waaruit wetmatigheden kunnen gedestilleerd worden.
Deze collega’s kunnen zowel voor- als tegenstanders van de theorie zijn. Dat is geen probleem, want alle opmerkingen leveren een verrijking van kennis, een verrijking van de wetenschap.

Toepassing in de praktijk
In normale omstandigheden vinden nieuw ontdekte fysische fenomenen vrij snel een toepassing in de industrie. Dat helpt natuurlijk het bewijzen van de theorie. Industrialisatie van een proces is namelijk een belangrijk bewijs voor het begrijpen van de werking van het fenomeen waarvoor de theorie is opgesteld.

Voortschrijdende kennis
In onze huidige samenleving zijn heel wat techneuten aan het werk om alle mogelijke technologie toe te passen en te verbeteren. Hierdoor wordt de technische kennis dagelijks verrijkt.
Toepassingen in de industrie geven, samen met het bekend worden van de theorie, veel mogelijkheden om bewijzen te vinden.

 

Waar staan we anno 2023?

In dit artikel beperken we ons tot de drie laatste facetten van de bovenstaande tabel; en als we dan eerlijk moeten zijn is alleen al het feit dat de evolutietheorie al 167 jaar een theorie is, een groot negatief punt. Het toont duidelijk aan dat er geen natuurwetten aan kunnen gekoppeld worden. De wetenschapper die dat voor mekaar krijgt, ontvangt vast  en zeker eeuwige faam.

Wat is de reden dat het zo loopt? We overlopen een aantal toppers in de onderzoekswereld.

Wetenschappers gaan uit van een aarde met een atmosfeer waarin voldoende water is.  Wolken zorgen voor regen, de zon zorgt voor warmte en bliksems tijdens zomerse onweders zorgen voor extra energie. Dat is in het kort het recept voor de oersoep waaruit het leven zou zijn voortgekomen.

Stanley Miller:

Stanley Miller:

Miller werd bekend door zijn onderzoek naar de oorsprong van het leven, vooral het Miller-Urey-experiment (1953) dat aantoonde dat organische verbindingen kunnen ontstaan door eenvoudige fysische processen uit simpele anorganische chemische bouwstenen. Het experiment bootste de omstandigheden na die, zo men aannam, op de jonge aarde heersten.
Aanvankelijk werd dit experiment met veel enthousiasme onthaald. Er ontstonden in dat experiment een aantal aminozuren die we in levende wezens terugvinden. Waar echter meestal niet wordt over gesproken, is dat er ook een aantal giftige producten zijn teruggevonden en dat de aminozuren ook in hun gespiegelde vorm voorkwamen - iets wat in de natuur nooit gebeurt omdat deze gewoon niet compatibel zijn met het leven.
Voor Miller was dit zijn doctoraatsstudie en door het toenmalige enthousiasme kreeg hij veel steun en kon hij zijn hele leven voortwerken aan dit project. Spijtig genoeg moest hij bij zijn op - ruststelling toegeven dat hij eigenlijk geen stap verder was geraakt.  We zijn nu 70 jaar na zijn opzienbarende proef en de toestand is nog steeds hetzelfde.
Dat is natuurlijk niet verwonderlijk want zelfs de simpelste levende cel is wel wat complexer dan wat aminozuren in een giftige omgeving.  Sommige geleerden vergelijken de complexiteit van een eencellig wezen met de stad New York.

 

Richard Lenski, het Long-Term Evolution Experiment, of LTEE

Het werk van Richard Lenski situeert zich ergens tussen organische- en macro-evolutie. Zijn werk is vooral van betekenis omdat hij met zijn team nu al meer dan 32 jaar 12 verschillende populaties Escherichia coli observeert.
Deze darmbacterie vermenigvuldigt a rato van 6 generaties per dag, 6 generaties komen voor de mens overeen met 150 jaar en  60.000 E coli generaties duren voor de mens ongeveer 1.500.000 jaar.

In november 2019 bereikte het team de kaap van 70.000 generaties. Zelfs dan is de E. coli bacterie nog steeds een E. coli bacterie (een feit dat we ondertussen kunnen bestempelen als een natuurwet).

Het enige merkwaardige dat in al die tijd gebeurd is, is dat één van de populaties op een andere voedingsstof is overgeschakeld: de bacterie was plots  in staat om onder aërobe omstandigheden, citraat te metaboliseren als energiebron. Citraat was al die tijd in de omgeving van de bacterie aanwezig.  
Wanneer we deze omslag nader bekijken, blijkt die helmaal niet sensationeel te zijn. Als de colie bacterie in zuurstofarme omgeving moet werken , gebruikt ze steeds citraat als voedingsbron. In feite ging het niet om evolutie maar om degradatie.

De wetten van Mendel

Micro evolutie in werking

Wikipedia leert ons:
“De monnik Gregor Mendel kruiste in het midden van de 19e eeuw verschillende variëteiten van de erwtenplant Pisum sativum, om onderzoek te doen naar de overerving van de verschillende eigenschappen van deze erwt. Later onderzoek toonde aan, dat de door hem gevonden wetmatigheden ook opgaan voor het grootste deel van de overerving in andere soorten en in de mens. Dit wordt "Mendeliaanse overerving" genoemd.
De korte conclusie van Mendels onderzoek was, dat verscheidene paren van contrasterende eigenschappen voortkomen uit een factor die alternatieve vormen (nvdr: parameters) heeft. Elke plant heeft één paar van deze factoren die een bepaalde eigenschap bepalen, één factor van elke ouderplant
.”
 Hier komen we voor onze lezing op een belangrijk punt.
Mendel is in staat geweest  om 4 natuurwetten vast te leggen!

  • De uniformiteitswet: als je twee raszuivere individuen (die maar een kenmerk verschillen) met elkaar kruist, dan zijn de F1-nakomelingen onderling identiek.
  • De dominantiewet: alle individuen uit de eerste generatie vertonen hetzelfde kenmerk als het kenmerk van een van beide ouders (P-generatie).
  • De splitsingswet: bij onderlinge kruising van individuen uit de eerste uniforme generatie krijg je nakomelingen met verschillende genotypen. Daarbij komen de kenmerken in een vaste getalsverhouding tot uiting: 3:1 bij dominant-recessieve overerving en 1:2:1 bij partiële (of co-) dominantie.
  • De onafhankelijkheidswet of reciprociteitswet: de verschillende kenmerken worden onafhankelijk van elkaar overgeërfd, indien ze op verschillende chromosomen liggen.

Mendel heeft hiermee het onderscheid gemaakt tussen micro- en macro-evolutie. Met andere woorden: hij heeft, zonder het zelf te beseffen, de theorie van Darwin ontkracht! Darwin ging ervan uit dat de bekken van de vinken een evolutie betekende, maar eigenlijk was er vanwege de isolatie van de eilanden eerder sprake van inteelt en daarmee het ontstaan van bepaalde rassen  waarin bepaalde  overheersende parameters tot uiting kwamen.

De wetten van Mendel zijn wetten die overerving van erfelijke eigenschappen beschrijven. Deze wetten werden het eerst ontdekt door de Moravisch-Oostenrijkse monnik Gregor Mendel (1822-1884), maar daarna vergeten en pas rond 1900 herontdekt. De wetten vormen de grondslag van de klassieke genetica (erfelijkheidsleer). Ze gaan ervan uit dat elk individu twee allelen voor dezelfde eigenschap bezit en deze willekeurig uit de vier verschillende allelen van de ouders ontvangt. Het fenotype (het fysieke uiterlijk) van het individu hangt af van welk van de twee allelen dominant is en welk recessief. Doordat individuen beide allelen kunnen doorgeven aan hun nageslacht, bevinden zich onder de nakomelingen zowel individuen met het dominante als het recessieve fenotype.

Het is hierbij opmerkelijk dat het werk van Mendel is gebeurd voor Darwin zijn boek schreef, maar dat het pas 40 jaar later openbaar is geworden.

De wetten van Mendel worden gebruikt in de land- en tuinbouw en zijn de basis van de (klassieke) genetica.
Deze wetten maken ook gebruik van een niet zo veel genoemde wet:
Organismen van een verschillende soort kunnen geen (vruchtbare) nakomelingen hebben .

 

We bespraken twee beroemde experimenten ivm evolutie, beide gaven een negatief resultaat.
Een derde “experiment” resulteerde in natuurwetten.  Hier wordt voorspeld welke karakteristieken een nakomeling zal hebben.  Het gaat over karakteristieken binnen een soort. Er is geen sprake van evolutie.

Is het micro-evolutie?

 

De stand der wetenschap

Micro evolutie

“Micro evolutie” is een term uit  de seculiere wetenschap die kleine aanpassingen beschrijft. De vinken die Darwin  observeerde op de Galapagos eilanden, vallen onder deze noemer.
In de literatuur wordt het duidelijk dat heel wat wetenschappers het onderscheid micro-macro evolutie niet kunnen duiden. Dat is begrijpelijk omdat dit fenomeen bij planten en dieren eigenlijk zeer complex is. Vanuit het oogpunt van een CAD-tekenaar kan je het herleiden tot begrijpbare voorbeelden.
 Met een CAD-systeem kan je een digitaal model bouwen.  Dat kan je langs alle zijden bekijken en draaien zoals je wil.

 

Wanneer je iets getekend hebt in een modern computerprogramma, dan ben je meestal in staat om parameters te veranderen  Dat kan gaan van de kleur tot een heel gamma van afmetingen. Dat gamma hangt af van hoe het model is opgebouwd. In dit voorbeeld maak ik gebruik van 1 piramide waarvan ik de ribben als staafjes getekend heb.

Om snel het bovenstaande resultaat te bekomen, is die piramide gekopieerd en verschaald, kleiner gemaakt. Als gevolg van de verschaling zijn de ribben van de kleinere piramide dunner.

 

Wanneer ik nu een verandering aanbreng aan de originele piramide, verschijnt de verandering overal.
De hoogte van de piramide wordt bepaald door één parameter. In het CAD systeem kan je die visueel voorstellen.
Door die ene parameter te veranderen, verandert het hele concept: we maken de piramide minder hoog:

 

En weer terug wat hoger:

Wanneer ik aan dit ontwerp bijvoorbeeld een voetstuk wil bijbouwen, dan moet ik niet zomaar een parameter veranderen, maar dan  moet ik ook intelligentie toevoegen.
Er moest een blok gedefinieerd worden, een staafje, een positie, afmetingen , een kleur, enz..

 

Micro evolutie kunnen we nu eenvoudig beschrijven als een aanpassing van parameters. Macro evolutie daarentegen is het toevoegen van informatie.

De grens tussen deze parameters ligt besloten in het ontwerp en dat valt hier buiten ons bestek: “Hoe bouw ik een goed parametrisch model?”

 

Met deze definitie mogen we micro-evolutie schrappen uit het lijstje van de verschillende facetten van evolutie.  
Het is een in het ontwerp ingebouwde functie.     

 

Hoewel het toevoegen van bepaalde parameters aan een ontwerp, informatie toevoegt, is het vanuit evolutionistisch standpunt niet echt een meerwaarde. Men zou kunnen stellen dat deze functie vrij nutteloos is.

Vanuit esthetisch standpunt is het echter wel een grote meerwaarde: het landschap zit hierdoor vol afwisseling en variatie. Elke koe in de wei is uniek. Elke mens ziet er anders uit, elke boom is anders, zelfs geen twee bloemen zijn gelijk..

 

De link naar ons DNA en zijn parameters

De kans dat er onder de toehoorders iemand is die weet hoe hij aan een digitaal model moet beginnen, is vrij klein. Maar de kans dat hij zonder zoeken mijn model kan veranderen is nog heel wat kleiner.
Hij moet over het juiste CAD systeem beschikken, het kunnen bedienen en vervolgnes mijn  opbouw logica begrijpen om dit model te kunnen aanpassen.

In de praktijk komt het erop neer dat CAD-tekenaars liever niet werken aan complexe modellen van een collega.  Als het echt nodig is, beginnen ze liever helemaal opnieuw.

Kan je een CAD-model vergelijken met het DNA?

In het DNA zit alles wat nodig is om planten en dieren  te bouwen?
NEEN, EIGENLIJK NIET! Het is zoals een CAD-systeem dat niets is zonder gereedschapsmaker.

Het DNA bevat informatie,  maar je moet  die kunnen lezen en gebruiken.

Een CAD-systeem een complex programma; maar ons DNA met de systemen daarrond is waanzinnig complex. In het volgende zullen we een aantal stappen vermelden met de links naar Wikipedia, zodat  onze lezers in staat zijn om de complexiteit van het leven te begrijpen (de links openen in een nieuwe tap en als je die uitklikt kom je terug op deze pagina).

Ons voortplantingssysteem is 1 van de absoluut noodzakelijke functies voor het leven. Door de complexiteit van dit systeem even door te nemen, begrijp je dat dit niet door toeval tot stand komt.

Enkele gegevens van ons DNA

Op school leerden we ocer onze chromosomen die we bij de conceptie ontvangen: de helft van de vader, de andere helft van de moeder.
In elke cel van ons lichaam vinden we die chromosomen in de celkern: 23 paar.

In de chromosomen zit  ons DNA zorgvuldig samengevouwen. DNA heeft de bekende heilxvorm.

Op de  DNA helix bevat elke dwarsverbinding telkens twee letters van het DNA-alfabet - de vier stikstofbasen A, T, G, C (adenine, guanine, thymine of cytosine)  dit zijn moleculen die bestaan uit een 15-tal atomen;

Het volledige DNA dat we in elke celkern terugvinden is ongeveer 2m lang. De dikte is 2nm =
0,000 000 002 m
Die twee meter lijkt niet zo veel maar als we het zouden vergroten totdat we om de centimeter een lettercode hebben, dan wordt die ketting 30.000 km lang - ons DNA bevat immers 3Gb aan verbindingen.

De 30.000km wordt dan verdeeld over de 46 chromosomen zodat in onze verschaling naar 1cm per verbinding, we nog steeds parelsnoeren van gemiddeld 650 km lang in de celkern zouden hebben zitten.

Dat is natuurlijk zeer onhandig en daarom wordt ons DNA zorgvuldig opgevouwen.

Opvouwen

Acht histonen vormen een eiwitbolletje dat een kern vormt waar omheen 147 baseparen van het DNA-molecuul in 2 windingen is gewonden.
De volgende organisatie-graad gebeurt met histone H1 tot een de 30 nm dunne microfibril winding die wat lijkt op een skoebidoe, vanaf waar het niet meer mogelijk is het DNA direct te lezen. Je moet het eerst uit elkaar gaan halen om de transcriptie initiatie te gaan uitvoeren.
Deze ‘skoebidoe’ wordt ‘chromatine’ genoemd. Vervolgens zullen weer andere condensinen (eiwitten die helpen bij het compact maken van het DNA) de structuur nog verder opvouwen totdat we (bij de mens) uiteindelijk aan de 46 specifieke chromosomen komen.

De 30.000 km parelsnoer zit op deze manier netjes en exact opgevouwen in de celkern van iedere cel van ons lichaam.  Elke chromosoom bevat een nauwkeurig omschreven deel van het DNA.

Zonder twijfel is dit een absoluut meesterwerk van orde: 3.00.000.000 baseparen op de exacte plaats.

 

Celkern activiteit

Het DNA zit dus in de celkern in de vorm van chromosomen. Maar in die celkern is volop activiteit.

Het leven van de mens wordt gecontroleerd door honderdduizenden biochemische processen die zich continu in het lichaam afspelen. Daarbij spelen enzymen een belangrijke rol. Dit zijn speciale eiwitten die gevormd worden in de cellen en die een chemische reactie tussen bepaalde stoffen mogelijk maken. Elk enzym verricht een specifieke functie in het lichaam. Het is dus niet zo, dat het ene enzym de taak van een ander enzym kan overnemen. Enzymen zorgen o.a. voor een goede stofwisseling in de hersenen, het vrijmaken van energie in de cellen en de groei en reparatie van weefsels, organen en cellen. Daarnaast nemen zij ook de rol van antioxidanten op zich. Ze zetten namelijk schadelijke stoffen om in ongevaarlijke substanties die beter door het lichaam uitgescheiden kunnen worden.
In de celkern worden constant delen van ons DNA gekopieerd om met die kopie enzymen samen te stellen: transcriptie.  Het gaat om duizenden verschillende soorten enzymen!
De enzymen worden samengesteld uit aminozuren die worden aangemaakt buiten de celkern. De enzymen worden aangemaakt binnen de celkern. Dit verschil is er om de juiste chemische bindingen te bekomen.

Tot zover een beknopte inleiding in het DNA. Het bovenstaande  beschrijft het eenvoudige deel, de reproductie van DNA en de transcriptie, waar het DNA  wordt gebruikt om enzymes aan te maken, laten we voorlopig  aan de biologen over.

We keren terug naar het doel van dit artikel.

Wat is leven?

De twee laatste eigenschappen van levende wezens, voortplanting en zelfherstel,  liggen nog niet in het bereik van het menselijk kunnen. En hoeveel we ook weten van natuurkunde en biologie, tot nog toe kunnen we als mens geen leven produceren, we kunnen enkel levensprocessen manipuleren.

 

Hoe komt dat?

Laten we “leven” proberen te definiëren. We doen dit aan de hand van beproefde natuurwetten.

Wetenschappers hebben eeuwenlang onze leefwereld bestudeerd en een heel aantal natuurwetten vastgelegd. Met deze wetten kunnen we rekenen, situaties voorspellen en machines en constructies berekenen en maken.
De stoomlocomotief is een voorbeeld van de oudste complexe constructies  die zichzelf konden voortbewegen.
Met de wetten  van de thermodynamica kan men berekenen hoeveel vermogen stoommachines kunnen opwekken. Sinds hun ontstaan zijn deze wetten wel miljarden keer in praktijk gebracht en beheersen ze de ganse energievoorziening van de mens op aarde.

Er is echter 1 probleem: de basis van één deze wetten, met name de tweede wet van de thermodynamica, kan niet toegepast worden op levende wezens!

“De tweede wet van de thermodynamica is algemeen bekend als de wet van toename van entropie.”  Ze beschrijft o.a. dat een systeem met verschillend temperaturen  één gelijkmatige temperatuur zal aannemen. Bijvoorbeeld, uw tas warme thee zal de kamer lichtjes verwarmen en tegelijkertijd zelf tot die kamertemperatuur afkoelen.

 Het leven op aarde is een regelrechte aanfluiting van deze wet, die o.a. stelt dat ”zelforganisatie in een chaotisch systeem alleen mogelijk is als er energie en informatie van buiten het systeem wordt toegevoegd”.
Dat maakt dat we onze definitie van leven zouden kunnen opstellen als volgt:

Stelling: ‘Wat is leven?’
Een object kan als ‘levend’ bestempeld worden als het in tegenstelling met de tweede wet van de thermodynamica zichzelf zodanig heeft geordend dat het zichzelf op functioneel nuttige wijze vormgeeft, en zichzelf van (een voorraad) bruikbare energie voorziet (deze energie mag gegenereerd worden uit  extern aangevoerde energie(dragers)).
Bovendien moet het zichzelf kunnen voortplanten.

Deze vorm van leven zouden we kunnen aanzien als de meest fundamentele: het wezen kan uit een lokale energiebron een voor zichzelf bruikbare energie genereren en die energie gebruiken om te functioneren.

 

 

Hierboven zien we al enkele problemen die zich stellen om aan de minimum eis te voorzien.   (Bijv, welke energiedrager zal intern gebruikt worden,  is het een gas, een vloeistof of is het in vaste vorm?) Dit schema is slechts het begin van de problematiek in een grote fabriek of zelfs een fabriekscomplex met heel wat verschillende afdelingen.

 

In de afgelopen decennia zijn er al tal van wetenschappelijke teams aan dit probleem begonnen, maar ze hebben allemaal afgehaakt.  Het leven is te complex (maar wel super geordend en gestructureerd)!

Levende cellen bestaan alleen uit functionele structuren die 100% op elkaar afgestemd zijn.

=>
 
Conflict met de tweede wet van de thermodynamica

Toch bestaat leven: dus moet er een kracht bestaan die de natuurwetten overstijgt en die kracht is dan Bovennatuurlijk!

 

 

Vanwege van de tweede wet van de thermodynamica, moet die bovennatuurlijke Kracht voor alle leven constant aan het werk zijn. Als dat niet is, zal de entropie toenemen dwz de orde zal vervallen in wanorde en levensfuncties zullen binnen de kortste keren niet meer werken.  EINDE VAN ALLE LEVEN.

Beste mensen,
dit is natuurkunde en hoe de wetten van de fysica werken. Wetten waarmee wij sinds de industriële revolutie de wereld hebben veranderd!

En hiermee zijn jullie allemaal getuige van een wetenschappelijk bewijs van een Hogere Macht die ons niet alleen het leven geeft maar ons ook elk moment in leven houdt.

En inderdaad, in tegenstelling tot wat de evolutietheorie ons opdringt, stammen wij niet af  van de apen, maar wij zijn mensen die zijn geroepen tot aanzijn door een hogere Goddelijke macht. En dat heeft zeer belangrijke gevolgen.

We kunnen Darwins evolutietheorie vergeten en het is goed ons te bezinnen over onze verhouding met onze Schepper.  Daar wij hier niet per toeval zijn, moeten we zien uit te zoeken wat de Schepper met ons van plan is.

Even recapituleren:

  1. De evolutie theorie was 164 jaar een theorie; er werden heel die tijd geen wetenschappelijke bewijzen gevonden.
  2. Er is geen toepassing in de praktijk.
  3. Zelfs de meeste beroemde (erg lang durende) experimenten hadden geen positief resultaat (Miller en Lenski)
  4. Micro-evolutie is geen vorm van evolutie maar een ingebouwde eigenschap die op evolutionistisch vlak geen enkele bijdrage levert (een voor de evolutie nutteloze uitbreiding), maar die er wel voor zorgt dat niet alle soorten leven een perfect gelijk uiterlijk hebben zoals een eeneiige tweeling. (parameter-theorie)
  5. De wetten van Mendel bewijzen de parameter-theorie uit punt 4
  6. DNA is zo complex en met informatie gevuld dat het onmogelijk een toevallig mechanisme kan zijn. Bovendien is DNA zonder een cel waardeloos.
  7. Het leven is in strijd met de fysica en wijst op een bovennatuurlijke kracht.

 


Zoals we konden verwachten vanwege de ouderdom van de theorie, zijn er ondanks grote inspanningen geen bewijzen voor evolutie gevonden en kunnen we zonder twijfel deze theorie verwerpen.

 De mens is door de Schepper gemaakt.

 

En eigenlijk hadden we het al  lang moeten weten:”

Hoe is de schepping dan wel verlopen?

Andere theorieën

Gezien de bovengenoemde problemen zijn er ondertussen al heel wat alternatieve theorieën opgesteld.

ET- theorieën doen al erg lang de ronde:

Extra terrestials met een hoge beschavingsgraad zouden hun planeet verlaten hebben om op aarde leven te stichten.
Dit kan experimenteel leven zijn, maar ook een groep slavenwerkers die bepaalde dure grondstoffen zouden opgraven en doorspelen aan een voor ons onbekende populatie.
Deze theorieën lossen het probleem van het ontstaan van het leven niet op.

Intelligent design is een andere oude bekende.

Een of andere externe intelligente (beschaving) heeft op aarde een project opgestart.
Deze theorie lost de informatievraag bij de evolutie theorie op, maar heeft geen oplossing voor het probleem met het overtreden van de wetten van de fysica.

Zo landen we stilaan in een wereldbeeld  waar een bovennatuurlijk Wezen het voor het zeggen heeft,

velen noemen dat Wezen “God”.

Vanwege de enorme geladenheid van dit woord, zullen we Hem de naam “Schepper” geven en enkele eigenschappen beschrijven die voorvloeien uit wat we hierboven leerden.

In dat opzicht formuleren we 3 bovennatuurlijke wetmatigheden.

  1. Ik denk dat we uit eigen ervaring kunnen zeggen dat de Schepper zich niet opdringt in ons leven. We kunnen zeggen dat we een “vrije  wil” hebben.
  2. De mens is bijna goddelijk gemaakt: elke mens is uniek, sterk, zelf-herstellend (genezend bij ziekte of ongeval),  aantrekkelijk, voorzien van allerlei communicatiemogelijkheden, mogelijkheid tot liefhebben, voldoende intelligentie om zelfs grote dingen te doen, mogelijkheid tot musiceren en andere kunsten …  mooie extra’s voor het leven.  De mens is met liefde gemaakt  en wordt gekoesterd. We mogen veten dat God ons nauwlettend gadeslaat om te zien wat we met ons leven doen. We hebben de keuze om onze eigenschappen ten goed of ten kwade te gebruiken.
  3. De Schepper heeft interesse in ieder van ons en ook in onze relaties.

Met deze 3 punten komen we heel dicht bij de relatie tussen ouders en kinderen, en dan kan ieder mens zich in de plaats van de Schepper zetten en zich afvragen welke bedoeling Hij had om deze schepping te maken.
Maar je kan je ook afvragen hoe Hij er tegenaan ziet als mensen slecht met mekaar of met de schepping omgaan. Zal Hij niet ingrijpen als Zijn schepselen om hulp roepen?
Zal Hij antwoorden?

Hier eindigt de wetenschappelijke benadering van onze levensvraag. Het verdere verloop valt onder de noemer 'communicatie' en 'relatie'.

Wat zijn de mogelijkheden voor ieder van ons om zelf uit te zoeken wat onze toestand is? Zijn wij hier toevallig en zonder doel gekomen of zijn we gemaakt door de Schepper met een doel en wat zijn de  consequenties als wij niet beantwoorden wij aan dat doel?  

Op het moment dat ik begreep dat er veel kans was dat er een Schepper aan het werk was geweest, ben ik met Hem gaan praten en heb ik Hem dingen gevraagd zodat ik zeker kon zijn van Zijn bestaan. En dat heeft heel mijn leven veranderd!


Tijd om even te bezinnen over deze nieuwe inzichten.