Skip to main content

Verschillende vleugelvormen

In het rijk van de fauna zijn sinds het ontstaan van de aarde verschillende soorten vliegende dieren geweest. Toch hebben ze niet allemaal dezelfde soort vleugels: er zijn gevederde vleugels (zoals bij vogels), vliesvleugels (zoals bij de vleermuis en de pterodactyl) en 'harde' vleugels (zoals bij insecten). Deze zouden alle drie onafhankelijk van elkaar zijn ontstaan.

De vleugels van de vogels en de vleermuis zouden ontstaan zijn uit de voorste ledematen. Over de oorsprong van vleugels bij de insecten is nog enige discussie, maar er zijn drie theorieën gangbaar (meer info [132]). Alleszins is de manier van groeien zeer verschillend van de twee andere soorten: bij de vlinder wordt de basisstructuur van de vleugel na het ontpoppen "opgepompt". Hij wordt met een vloeistof gevuld en krijgt zo zijn definitieve vorm. Na een tijdje uitharden kan de vlinder zijn vleugels gebruiken, een kwestie van minuten!

De gelijkaardige stroomlijn van een walvis en een haai

De walvis en de haai zijn beide vissen. Doch de walvis is een zoogdier en deze eigenschap draagt er toe bij dat hij op gebied van evolutie geen verband zou hebben met de haai. De walvis zou uit een landdier ontstaan zijn. Zijn voorouder zou er zoals een rat, wolf of paard hebben uitgezien (het is nog niet duidelijk wat het juiste is).

Ondanks deze grote verscheidenheid van oorsprong heeft de haai qua vorm (stroomlijn) en eetgedrag zeer veel gelijkenis met de orka (walvis).

De voorloper van de NASA, de NACA werd opgericht in 1915 om aeronautisch onderzoek te doen.

De NACA hield zich in eerste instantie vooral bezig met experimenten in windtunnels aan vleugelprofielen en de wiskundige benadering van de profielvormen. In de luchtvaart is het zaak om een vleugelprofiel zo weinig mogelijk luchtweerstand te geven en tegelijkertijd de nodige lift te voorzien. In het water werkt dit evengoed, enkel de dichtheid van het medium is anders, alsook de compressiemogelijkheden. Wanneer men de formule die ontwikkeld werd door de NACA met de juiste parameters berekent, dan komt de vorm met de haai of de orka voor het grootse deel overeen. Men kan dus met recht zeggen dat beide vissen een bijna perfecte stroomlijn hebben.